Hfdst 1: reuzen onder de moleculen

Question 1

Geef voorbeelden van voorwerpen met delen van kunststoffen

Answer 1

bureau, stoel, computer,..

Question 2

Leg uit: halfsynthetische kunststoffen

Answer 2

Een natuurlijk organische stof dat bewerkt wordt.
Bv: celluloid, kunsthoorn,..

Question 3

Hoe zijn volsynthetische kunststoffen onstaan

Answer 3

In 1909, een belgische uitvinder had bakeliet uitgevonden, dat een volsynthetische kunststof is door een chemische reactie van fossiele brandstoffen
- uitgevonden voor de verbetering van de telefoon

Question 4

Noem alle gekende hedendaagse kunststoffen

Answer 4

PE: Polyetheen
LDPE: Lagedichtheidspolyetheen
HDPE: Hogedichtheidspolyetheen
PP: Polypropeen
PS: Polystyreen
PVC: Polyvinylchloride
PET: Polyetheentereftalaat

Question 5

Wat zijn kunststoffen

Answer 5

koolstofverbindingen, dus ook organische stoffen, maar geen natuurlijke stoffen omdat deze stoffen bewerkt zijn.
Opgebouwd uit zeer grote moleculen (POLYMEREN)
2 soorten:
- halfsynthetisch (natuurlijk organisch)
- volsynthetisch (chemische reactie van fossiele brandstoffen)

Question 6

Geef voorbeelden van de volgende stoffen:
- Macromoleculaire stoffen
- halfsynthetische stoffen
- volsynthetische stoffen

Answer 6

M: zetmeel, eiwit, katoen, rubber
H: celluloid, kunsthoorn
V: PP, PVC, PE,LDPE, PET

Question 7

Hoe worden volsynthetische kunstoffen tot vorming gekomen.

Answer 7

1. aardolie is de basis
2. Aardolie wordt bewerkt tot gefractioneerde destillatie
3. men haalt er lichte naftafracties ervan (5 tot 8 koolstoffen) , enkel 4% gaat naar het kunststofindustrie

Question 8

In welke landen worden er nu het meeste kunststoffen geproduceerd?

Answer 8

China, Japan

Question 9

een kunststof is een polymeer, maar wat is een polymeer

Answer 9

een polymeer is opgebouwd uit meerdere monomeren

Question 10

Leg uit hoe monomeren tot polymeren komen (polyaddditie)

Answer 10

monomeren zijn kleine moleculen met een dubbelebinding, ze gaan identieke monomeren zoeken om zich aan mekaar vast te maken.

Question 11

geef me de kenmerken van polyetheen + chemische binding tekenen

Answer 11

• ontstaat uit monomeer etheen (C2H4)
• waterdicht, kan tegen olie of ver (bv.emmer)
  -laat gassen door (niet voor dranken met prik)
• vrij goedkoop (vb. plastic zakjes)

Question 12

eigenschappen polypropeen + chemsiche binding tekenen

Answer 12

• ontstaat uit het monomeer propeen (C3H6)
• stijver en harder dan polyetheen (vb. krat, tuinstoelen)
• steriliseerbaar (vb. infusen, injectiespuiten)

Question 13

eigenschappen polyvinylchloride

Answer 13

A
- ontstaat uit het monomeer vinylchloride
- duurzaam en vormvast (bv. raamomlijsting)
- laat geen vetten, gassen, olie en aroma´s door (bv. afvoerleidingen)

Question 14

eigenschappen polystyreen

Answer 14

A
- ontstaat uit het monomeer styreen
- glashelder (vb. drankbekers)
´- broos en krasvoelig
- goedkoop (bv.wegwerpbestek)
- schuimen tot piepschuim

Question 15

leg uit polycondensatie

Answer 15

verschillende soorten monomeren rijgen aan elkaar tot een polymeer

Question 16

eigenschappen Polyamide

Answer 16

• taai, sterk vast
• nylon ; schroeven pluggen tandwielen

Question 17

eigenschappen polyetheentereftalaat

Answer 17

-methanol als restgroep
- transparant en niet doorlaatbaar voor gassen
- bv. flessen voor frisdranken met prik, auto onderdelen, video/audiobanden

Question 18

leg uit polyadditie

Answer 18

identieke monomeren rijgen aan elkaar tot een polymeer

Question 19

Leg uit soorten kunststoffen dat behoren tot thermoplasten, maak tekening van vertakking

Answer 19

Als je polyetheen gaat verbranden, merk je dat de kunstof week wordt (= glastemperatuur) en dan er een gat in ontstaat (smelttemperatuur)
- vertakte ketens komen makkelijk los

Question 20

Leg uit soorten kunststoffen die behoren tot thermoharders + tekening vertakking

Answer 20

• bevat geen glas of smelttemperratuur, gaat dus ook niet smelten
• moleculen kunnen niet loskomen

Question 21

Leg uit soorten kunststoffen die behoren tot de elastomeren + tekening van de vertakking

Answer 21

A
- elastiekje behoudt zijn vorm na uitrekken
- moleculen schuiven over elkaar, dwarse verbinding zorgt dat het naar het oorspronkelijke vorm gaat

Question 22

rubber verzadigd met zwavel

Answer 22

eboniet