Hfdstk 5 angststoornis Flashcards
(39 cards)
hoe gebeurt de behandeling van angststoornissen?
Medicatie
- Antidepressiva
- Angstremmers
Cognitieve gedragstherapie:
- Zelfwaarneming
- Blootstelling
- Ontwikkeling copingresponses
Hoe verklaart men angststoornissen (theoretische perspectieven)?
,Men gaat uit van combinatie van cognitieve en biologische factoren.
Biologische factoren:
Uitermate gevoelig inwendig alarmsysteem;
Vals-verstikkingsalarmtheorie.
Neurotransmittersystemen;
GABA
Serotonine
Cognitieve elementen:
De perceptie dat lichamelijke sensaties een ernstige dreiging inhouden, roept angst op.
Hoog angstgevoelige mensen meer risico.
Deze foute attributies versterken de concentratie op de lichamelijke symptomen, wat de foute attributies nog versterkt. Dit leidt tot een vicieuze cirkel
Paniekgedachten verminderen door
- Contra gedachten
- Aanwezigheid van ‘helper’
Wat is een angststoornis?
Angst wordt afwijkend wanneer het niveau niet in verhouding staat tot de dreiging , of wanneer de angst ‘zomaar’ lijkt op te komen.
Vroeger werd angst, net als dissociatieve stoornissen en somatoforme stoornissen geklasseerd onder de ‘neurose’
Wat zijn de kenmerken van angst?
Lichamelijke kenmerken:
nervositeit, onrust, trillen, benauwd, zweten, licht gevoel in hoofd, droge mond, moeite met ademhalen, duizeligheid, ..
Gedragskenmerken:
geagiteerd, vermijdend gedrag, afhankelijk, …
Cognitieve kenmerken:
zorgen maken, denken dat iets verschrikkelijk gaat gebeuren, preoccupatie met lichamelijke sensaties, niet in staat om zeurende gedachten uit hoofd te zetten, moeite met concentreren,…
Wat is een paniekaanval?
Paniekaanval: een intense angstreactie, die vergezeld gaat van lichamelijke symptomen als een bonkend hart, snelle ademhaling, kortademigheid of moeite met ademhalen, zware transpiratie, en lichamelijke zwakte of duizeligheid.
Paniek:
- gevoel dood te gaan (hartaanval)
- angst controle te verliezen of
- gek te worden
Paniekaanvallen treden onverwachts op.
Vaak afwisselende perioden van rust en perioden van frequentere paniekaanvallen (wekelijks of dagelijks)
De persoon heeft de behoefte om acuut weg te lopen.
Wat is hyperventilatie?
Vaak begint het met angst: mensen stoppen met ademhalen, gevolgd door zeer snel ademhalen. Hierdoor ontstaat er een teveel aan zuurstof in het bloed en een tekort aan koolzuurgas.
Hyperventilatie: gaat gepaard met angst.
Men wordt duizelig, krijgt tintelende vingers en op den duur de neiging tot flauwvallen
Leidt tot : hartkloppingen misselijkheid pijn in de borst Topademhaling: uitademen om ademhalingspatroon terug te normaliseren
Wat is een paniekstoornis?
Niet alle paniekaanvallen leiden tot een stoornis
Het wordt een stoornis wanneer het gaat om wederkerende paniekaanvallen, die meestal enkele minuten tot half uur duurt met
- Aanhoudende angst voor een volgende aanval
- Bezorgdheid over de gevolgen of consequenties van de aanval
- Significante veranderingen in gedrag
Welke typen fobieen ken je, en leg kort uit?
Specifieke fobie (enkelvoudige fobie):
Kan alle mogelijke inhouden hebben: spinnen, auto rijden,…
- Niet geconfronteerd worden met ‘het gevreesde’ betekent geen angst
- Ontstaan soms in de kindertijd: magisch denken vanuit tekort schietend redeneer- en voorstellingsvermogen
Sociale fobie:
buitensporige angst voor sociale bijeenkomsten, die vaak catastrofale gedachten oproept.
Agorafobie : een buitensporige angst om zich in openbare ruimten te bevinden waar men moeilijk kan ontsnappen en waar hulp onbereikbaar is.
Wat is een specifieke fobie?
Kan t.o.v. alles :
- dieren: spinnen , muizen, honden, slangen,..
- voorwerpen: bloed,..
- situaties : liften, gesloten ruimtes (claustrofobie), hoogte (acrofobie), angst om met het vliegtuig te vliegen,..
De confrontatie met de angstverwekkende situatie leidt onmiddellijk tot angst.
Angstig gedrag leidt tot:
- vorm van paniek
- zweten,
- hartkloppingen
- ademhalingsproblemen
Anticiperende angst: angst alleen al maar bij het denken aan de angstwekkende situatie.
- Angst leidt tot vermijdingsgedrag
- De persoon weet wat zijn angst onredelijk of overdreven is.
- Kinderen kunnen veel moeilijker dan volwassenen het irreële van hun angsten inschatten.
Wat is de DSM V criteria voor een specifieke fobie?
- een aanhoudende en irrationele angst voor een bepaald object of voor een bepaalde situatie.
- wanneer betrokkene blootsgesteld wordt aan de gevreesde situatie: volgt meestal een angstreactie, soms in de vorm van een situatiegebonden paniekaanval
- object of situatie wordt vermeden
- persoon erkent dat zijn angst feitelijk ongegrond is
- angst of vermijdingsgedrag is zo ernstig dat het interfereert met de dagelijkse bezigheden of sociale relaties.
- angst en vermijding kan niet beter verklaard worden door een andere angststoornis
Wat is een social angststoornis/social fobie? en welke tips zijn er om hier mee helpen om te gaan?
Schrik om zich in een situatie te bevinden waar ze het voorwerp van aandacht zijn voor anderen
- enorme vrees een ‘slecht figuur’ te slaan
Voorbeelden: angst om niet meer te kunnen spreken in het publiek, angst zich te verslikken tijdens een maaltijd, angst te trillen als men iets moet schrijven in aanwezigheid van anderen, angst dwaze uitspraken te doen, angst niet te kunnen antwoorden
Is geen ‘specieke’ enkelvoudige fobie: de meeste sociaal angstigen zijn bang voor meerdere situaties
Volwassen weten dat hun angst overdreven of onredelijk is. Kinderen zijn hier niet altijd van overtuigd
Gewoon praten helpt niet. Cliënt weet dat de angst overdreven en irreëel is.
Niet meegaan in het vermijdingsgedrag
Wat zijn de DSM V kenmerken van een sociale fobie?
Aanhoudende angst voor één of meerdere situaties waarin de persoon blootgesteld kan worden aan onderzoek door anderen.
Hij vreest dan iets te doen waardoor hij zich belachelijk maakt in de ogen van anderen
Bij blootstelling aan angstwekkende situaties: vrijwel onmiddellijk angstig reageren
Vermijden van de angstverwekkende situaties of ze slechts met veel angst doorstaan
Vermijdingsgedrag heeft gevolgen voor beroepsmatig of sociaal functioneren
persoon weet dat de angst onredelijk is of overdreven
Wat is agorafobie?
Agorafobie betekent pleinvrees. De term wordt gebruikt voor het vermijden van tal van situaties.
Agorafobie ontstaat waarschijnlijk als gevolg van paniekaanvallen die zomaar, zonder aanwijsbare reden optreden.
Agorafobie is een angst om zich in plaatsen te bevinden waaruit de persoon moeilijk kan ontsnappen, of waarin geen hulp beschikbaar is als de verschijnselen plots zouden optreden: duizeligheid, depersonalisatie of derealisatie, overgeven, hartproblemen.
Als gevolg van deze angst durft de persoon nauwelijks alleen reizen, of waagt hij zich enkel nog buitenshuis als hij gezelschap heeft. Situaties die de angstverschijnselen kunnen oproepen zijn:
- alleen buitenshuis zijn
- in een massa staan
- op een brug staan
- reizen in een bus, trein of wagen
Hoe vaak komt agorafobie voor en wat is het verloop?
Bij ongeveer 1,5 % van de bevolking.
Paniekstoornis met agorafobie ontstaat meestal niet voor de adolescentie.
Wetenschappelijk is er nog wat discussie of separatieangst een voorloper zou kunnen zijn van deze stoornis.
2 à 3 keer zoveel bij vrouwen als bij mannen.
Co-morbiditeit met alcoholgebruik (misbruik) en met depressieve stoornis: 2/3e van personen met paniekstoornis zal uiteindelijk in zijn leven een depressieve stoornis ontwikkelen
Wat zijn de DSM V kenmerken van agorafobie?
Minstens 4 kenmerken van : kortademigheid of verstikkend gevoel duizeligheid, gevoel onvast op de benen te staan, flauwte hartkloppingen of vertraagde hartslag beven en trillen zweten het gevoel te stikken misselijkheid of maagklachten depersonalisatie of derealisatie verdoofde of prikkelende gewaarwordingen vlagen van koud en warmte pijn in de borst angst te zullen sterven angst om gek te worden of iets onbeheersbaars te doen
aanvallen treden meermaals per week, soms zelfs dagelijks
Wat zijn de tips in omgang voor mensen met agorafobie?
Stel de cliënt gerust:
Ga niet mee in de vermijding
Neem geen taken over
Stimuleer uw cliënt zelf taken te blijven doen
wat zijn de theoretische perspectieven van fobieen?
Ontstaan van fobieën: vooral leertheoretische modellen, gebaseerd op principes van conditionering
Ontstaan van de angst: proces van klassieke conditionering
Probleem: de angst verdwijnt niet door uitdoving zoals bij klassieke conditioneringsexperimenten van Pavlov wel het geval was
Wat zijn de theoretische perspectieven van specifieke fobieen?
Specifieke fobie:
Vooral het proces van operante conditionering.
Angst is een onplezierige toestand en vermijdingsgedrag reduceert of voorkomt angst:
vermijding wordt bekrachtigd door angstreductie
Dit doet fobieën voortbestaan
Andere behaviorist Wolpe: angst is een automatische reactie op schadelijke prikkels, waarbij een schadelijke prikkel een prikkel is die aanleiding geeft tot vermijdingsgedrag.
Operante conditionering (Skinner): voortduren verloopt volgens dezelfde regels als het ontstaan en voortduren van normaal gedrag.
Probleem: wie bepaalt of een gedrag al dan niet normaal is: gestoord gedrag is gedrag dat als problematisch ervaren wordt door mensen uit de naaste omgeving van de gestoorde
Wat zijn de theoretische perspectieven van sociale fobie?
Sociale fobie:
Cognitieve leermodellen:
Angst gaat gepaard met lichamelijke veranderingen (in extremis : hyperventilatie)
Sommige van die veranderingen zijn interoceptief waarneembaar.
Indien deze sensaties geïnterpreteerd worden als voorboden van catastrofen die ogenblikkelijk kunnen plaatsvinden (vb hartkloppingen als voorbode voor hartaanval, duizeligheid als voorbode dat men flauw gaat vallen) komt men in een spiraal terecht: de angst neemt toe, intensiveert de interoceptieve signalen enzovoort.
Wat zijn de theoretische perspectieven van agorafobie?
Agorafobie: Cognitieve gedragstherapeuten (Clark en Salkovski) stellen dat paniekpatiënten innerlijke lichamelijke gewaarwordingen (ademnood, duizeligheid, hartkloppingen, beven,…) interpreteren als gewaarwordingen die een reactie zin op een bedreiging , nakend onheil.
Doorgaans letten we niet op onze innerlijke signalen (proprioceptieve signalen) : koude of warmte, hartkloppingen. Als je dan weet dat vb hartkwalen in de familie voorkomen),dan heb je weinig fantasie nodig om bv een hartinfarct als onmiddellijk dreigend onheil te zien.
Maar ook andere interpretaties (cognities) zijn mogelijk: verlies van controle over eigen gedrag, catastrofes.
Door deze interpretatie versterk je de lichamelijke sensaties en kom je in een vicieuze cirkel terecht
Welke behandelmethoden zijn er mogelijk voor SPECIFIEKE FOBIE?
Specifieke fobie:
Aangeleerd gedrag: gedragstherapie: deconditioneren: - systematische desensitisatie
- geleidelijke blootstelling
- flooding
systematische desensitisatie: door middel van relaxatie, hiërarchie van voorwerpen of situaties, van onder naar boven afwerken in ontspannen toestand.
Blootstelling of exposuretechnieken: blootstelling van de patiënt aan de gevreesde situatie
- in vivo
- in vitro
flooding: mensen confronteren met hele erge fobische stimuli, waarbij men toelaat te ontsnappen.
Wat zijn de behandelmethoden voor SOCIALE FOBIE?
Sociale fobie:
Behandeling: angstreductie door
hiërarchie van gevreesde situaties.
ontspanningsoefeningen
Wat zijn de behandelmethoden voor AGORAFOBIE?
Agorafobie:
Paniekaanvallen kunnen behandeld worden met antidepressieve middelen en benzodiazepines
Daarnaast alle andere reeds genoemde (cognitieve) methoden
Wat is een obsessieve compulsieve stoornis?
Dwanggedachten en dwanghandelingen nemen de persoon in beslag en kunnen leiden tot spanningen
Dwanghandelingen en gedachten zijn manier om angst te vermijden (te kunnen controleren).
Persistente ideeën gedachten impulsen, beelden, handelingen die zich aan de geest van de cliënt opdringendie hij als zinloos ervaart.
Voortdurend ruminerende gedachten vb ook piekeren, gedachten in kringetje.
Obsessies zijn steeds weerkerende en aanhoudende ideeën, gedachten, impulsen of beelden die de persoon ervaart als zinloos en opdringerig.
De persoon tracht ze te onderdrukken, te negeren of te neutraliseren met andere gedachten.
De persoon erkent dat de gedachten uit zijn eigen geest voortkomen en ervaart ze niet als van buitenaf opgelegd.
Dwanghandelingen zijn herhaalde, doelgerichte en bewuste gedragingen die de persoon volgens bepaalde regels op een stereotype manier stelt als antwoord opeen obsessie.
Ze hebben de functie de spanning te neutraliseren of een vervelende situatie te voorkomen
De persoon erkent dat zijn gedrag buitensporig en onrealistisch is.
Vb tot honderd tellen om te voorkomen dat een familielid ziek wordt