Hfst 3 Flashcards
operante conditionering
effect van verbanden tussen gedrag en prikkels in de omgeving
functionele stimulus klasse
Klasse van stimuli die functioneert als Sd
unit of behavior
de objectieve gevolgen van een gedrag dat de respons klasse (= klasse van gedragingen) aflijnt
operante klasse
(=/= respons klasse) wordt enkel gebruikt op het functionele niveau om te verwijzen naar een verzameling van gedragingen die gesteld worden omwille van een bepaalde uitkomst
bekrachtiging
een effect waarbij de R-Sr relatie resulteert in een toename in de frequentie van gedrag
Straf
een effect waarbij de R-Sr relatie resulteert in een afname van de frequentie van gedrag
vermijdingsleren
een subtype van bekrachtiging waarbij er een negatieve contingentie is tussen R en Sr en deze R-Sr relatie resulteert in de toename in frequentie van het gedrag. R gaat samen met het uitblijven van Sr.
ontsnappingsleren
een subtype van bekrachtiging waarbij een negative contingentie tussen R en Sr resulteert in een toename van de frequentie van het gedrag. R gaat samen met het stoppen of verdwijnen van de Sr.
Afzonderlijke trail methode
Elke trail is duidelijk onderscheiden van de volgende (bv Thorndike’s puzzle box en doolhof methodes), maar men kan enkel snelheid als AV gebruiken en het is tijdrovend.
Vrije operante methoden
De proefpersoon is vrij om te bepalen wanneer het operant gedrag stelt (bv Skinnerbox). Hier kan men snelheid frequentie als AV gebruiken.
Sensory reinforcement (zintuiglijke bekrachtiging)
Loutere aanbiedingen van sensoriële prikkels kunnen op zich bekrachtigend werken. Sr = de gebeurtenis dat een prikkel wordt aangeboden.
one-way box
Een ruimte die bestaat uit twee kamers (experiment om vermijdings- en ontsnappingsgedrag te testen)
Thorndike’s “wet van effect”
Gedrag dat positieve uitkomsten heeft zal in frequentie toenemen (bekrachtiging), gedrag dat negatieve uitkomsten heeft zal in frequentie afnemen (straf). –> valentie van Sr
Het principe van Premack
Indien het stellen van gedrag A de mogelijkheid creëert om een hoger frequent gedrag B te stellen, dan zal de frequentie van gedrag A toenemen. Maw: de mogelijkheid om een hoog frequent gedrag te stellen werkt als een bekrachtiger voor een gedrag met een lagere natuurlijke frequentie. (iets doen voor iets dat je ‘liever’ doet)
het respons deprivatie model
(gebaseerd op Premack) Een gedrag zal enkel als Sr functioneren als de situationele frequentie van dat gedrag verschilt van de natuurlijke frequentie.
de natuurlijk frequentie van gedrag
Hoe vaak het gedrag gesteld wordt wanneer er geen restricties zijn op het stellen van gedrag.
de situationele frequentie van gedrag
Hoe vaak het gedrag gesteld wordt in de huidige situatie.
Sr revaluatie
Het experiment van Colwill en Rescorla (ratjes + suikerwater) toonde aan dat het bekrachtigende effect van de R-Sr relatie ongedaan gemaakt kan worden door de Sr achteraf aversief te maken.
biofeedback
controleren van autonome reacties via (pos.) feedback over die reacties (techniek om rechtstreekse vorm van operante conditionering aan te tonen)
respons klassen
Verzamelingen van gedragingen die iets met elkaar gemeenschappelijk hebben, namelijk de unit of behavior.
shaping
Stelselmatige veranderingen in gedrag door het stapsgewijs veranderen van de eenheid van gedrag. Dankzij de variabiliteit in gedrag kan men stap voor stap zelfs tot nieuw gedrag komen.
information criterion
bewustzijnstest moet ALLE mogelijke relevante kennis onderzoeken (niet enkel bedoelde regel)