Hfst 5 tm 11 Flashcards

(36 cards)

1
Q

Turborotonde

A

Rotonde met 2 of meer rijstroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mini rotonde

A

Voorrangsrotonde, 1 strook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Erf

A

15 rijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stilstaan op een kruispunt mag als:

A
  • je op een voorrangsweg rijdt en linksaf slaat

- je een voorrangsvoertuig voor moet laten gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gelijkwaardig kruispunt

A

Kruispunt zonder borden of tekens en geen onverharde weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ongelijkwaardig kruispunt

A

Kruispunt met borden of tekens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Omverharde weg

A

Moeten bestuurders op verharde weg voorrang verlenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorrangsregeling tram:

A
  • gelijkwaardig kruispunt van links of rechts komt

- van voor of achyer nadert en je voertuig moet kruisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorrangsregeling militaire colonne

A
  • als 1e voertuig colonne is geoasseerd mag je niet doorsnijden
  • op voorrangsweg na 1e voertuig wel doorsnijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorrangsregeling uitvaartstoet

A

Zelfde als militaire colonne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Brommobiel rijdt:

A

Binnen en buiten kom 45

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autosnelweg

A

130 max

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Max snelheid met aanhangswagen

A
  • buiten kom 80

- als gewicht niet meer dan 3500kg mag 90 rijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afstand houden

A

2 sec vanaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Berekening hvl m per sec bij snelheid hebr afgelegd

A

Snelheid:2+10%
Vb:: 80km:2=40 -> 40+10%=44 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stopafstand

A

Reactieafstand+ remafstand

17
Q

Je mag niet stilstaan bij:

A
  • kruispunt of overweg
  • op fietsstrook
  • binnen 5 m voor zebra
  • tunnel
  • busstrook
18
Q

Parkeerschijfzone

A

Heeft blauwe streep langs stoep, mag niet tussendoor schijf instellen

19
Q

File

A
  • verstandig alarmlichten voor waarschuwing

- motors mogen 10 tussen file rijden

20
Q

Voertuig slepen:

A
  • verboden als afstand tussen auto en gesleept voertuig meer dan 5 m is
  • beide bestuurders moeten rijbewijs hebben
  • beide alarmlichten aan
21
Q

Hulpverlening:

A
  • stabiele zijligging
  • reanimatie
  • mond op mond beademing
22
Q

Hulp in auto in water:

A
  1. Verlichting aan
    2 gordels los
  2. Open zijraam
  3. Verlaat auto
23
Q

Rechts inhalen toegestaan als:

A
  • vlak voor en op rotondes
  • rechts van blokmarkering rijdt
  • file
  • tram
24
Q

Ritsen

A

Wisselen van rijstrook als het 1 strook wordt

25
Stilstaan =
- mensen laten uitstappen | - onmiddelijk laden en lossen van goederen
26
Richting aanwijzen als:
- autosnelweg 300 m ervoor - autoweg 150 m ervoor - 70 km weg: 200 m ervoor - 50 km weg: 100m ervoor
27
Geel waarschuwingslicht waarschuwt voor:
- langzaam rijdend zwaar transport - buitengewoon breed voertuig - ongeval - werkzaamheden
28
Dimlicht
Aandoen bij schemering en donker, soms overdag aan
29
Dagrijlicht
Beter zichtbaar overdag
30
Groot licht
Verboden overdag en als andere weggebruikers je tegen komen
31
Verlichting tijdens stilstaan
Bij nacht of slecht zicht
32
Lichten bij regen:
- bij zware regen mag je dimlicht en mistlicht aandoen | - geen mistachterlicht aan
33
Aquaplanning=
Als sporen op weg vol staan met water
34
Rijden in mist:
- 3sec afstand - niet inhalen - bij zicht minder dan 50m mistachterlicht aan - bij zicht minder dan 200m dimlicht en mistlicht aan
35
Rijden in sneeuw
Zicht minder dan 50m mistachterlicht aan en dimlicht
36
Winterbanden
4 mm