Hoodstuk 1, 2 En 3

Question 1

Kenmerken vernix caseosa (3)

Answer 1

• bescherming tegen afkoeling
• remt bacteriegroei
• bevat vitamine A

Question 2

Toestand van de baby bekijk je best bij (2)

Answer 2

Kleur slijmvliezen en lippen

Question 3

Perifere cyanose

Answer 3

Blauwe handjes en voetjes

Question 4

Fysiologische anemie

Answer 4

• daling RBC is groot in de eerste 2 weken
• afbraak in lever maar is nog ‘onrijp’
• ontstaat fysiologische icterus (indien ziek: pathologische icterus)

Question 5

Naevus unnae

Answer 5

Ooievaarsbeet

Question 6

Miliae

Answer 6

Witte stipjes (verstopte talgkliertjes)

Question 7

Desquamatie

Answer 7

Vervelling van de huid (vaak bij ernstige dysmaturiteit =laag geboortegewicht)

Question 8

Urticaria neonatum

Answer 8

Pasgeborene uitslag (onschuldig)

Question 9

Impetigo

Answer 9

Huidinfectie (vaak door ziekenhuisbacterie) antibiotica is nodig

Question 10

Mouleren

Answer 10

Over elkaar schuiven van schedelbeenderen tijdens partus

Question 11

Microcefalie

Answer 11

Te klein schedel

Question 12

Macrocefalie

Answer 12

Te groot schedel

Question 13

Hydrocefie

Answer 13

Waterhoofd

Question 14

Anencefalie

Answer 14

Geen hersenen en schedeldak (baby Nicholas Coke)

Question 15

Bregma

Answer 15

Grote (voorste fontanel)

Question 16

4 schedelnaden

Answer 16

Pijlnaad
Kroonnaad
Voorhoofdsnaad
Lambdanaad

Question 17

Grootte en vorm bregma (grote fontanel)

Answer 17

2,5-4 cm, ruitvormig

Sluit meestal voor de 18de levensmaand

Question 18

Kleine fontanel, kenmerken

Answer 18

Driehoekvormig

0,5-1 cm

Question 19

Caput succedaneum

Answer 19

Geboortegezewel. Vochtophoping tussen huid en periost (boven de botlaag, boven periost)

Question 20

Cefaal hematoom

Answer 20

Bloeding tussen schedelbot en periost (bovenkant maar dan onder periost)

Question 21

Subaponeurotisch hematoom

Answer 21

Ernstig. Verscheuring vd bloedvaten in het subaponeurotisch bindweefsel.

Question 22

Plaats vd lever bij pasgeborene

Answer 22

1-3 cm onder rechter ribbenboog

Question 23

Turgor

Answer 23

Gebruik je om vochtgehalte te meten. Vel vd buik moet meteen terugspringen in model

Question 24

SUA

Answer 24

Single umbilical artery

Question 25

Bloedvaten in navelstreng

Answer 25

- 2 arteriën; zuurstofarm bloed van foetus naar placenta | - 1 vene; zuurstofrijk bloed van placenta naar foetus

Question 26

Velamenteuze aanhechting navelstreng aan placenta

Answer 26

Bloedvaten lopen over de vliezen alvorens in de placenta te belanden (Gevaarlijk als de vliezen worden gebroken)

Question 27

Navelgranuloom

Answer 27

Te grote hoeveelheid gelei van Wharton. Aanstippen met zilvernitraat

Question 28

Peritoneum

Answer 28

Buikvlies

Question 29

Anus atresie

Answer 29

Geen doorgankelijke aarsopening

Question 30

Hypospadie

Answer 30

Plasbuis aan achterkant penis

Question 31

Epispadie

Answer 31

Plasbuis aan voorkant penis

Question 32

Syndactylie

Answer 32

Samengroei van vingers of tenen

Question 33

Polydactylie

Answer 33

Teveel vingers/tenen

Question 34

Pes equinovarus

Answer 34

Klompvoet. | Voorvoet naar beneden en naar binnen

Question 35

Congenitiale heupluxatie

Answer 35

Femurkop gaat uit de gewrichtskom

Question 36

Test van ortolani

Answer 36

Om te kijken of femurkop uit heupkom gaat. | Congenitiale heupluxatie

Question 37

Gemiddelde lengte pasgeborene

Answer 37

50-51 cm

Question 38

4 mogelijk manieren waarop navelstreng aan placenta vastgehecht is

Answer 38

Centraal Excentrisch Marginaal Velamenteus (navelstreng op vliezen; gevaarlijk als je de vliezen breekt, loopt puur foetaal bloed door)

Question 39

TTP

Answer 39

Respiratoire insufficiëntie met tachypneu (transiënte tachypneu) Bij geboorte via keizersnede of stuit; lucht wordt dan niet via partus uit longen geperst

Question 40

Voorwaarden voor overnemen gasuitwisseling longen na geboorte (5)

Answer 40

- longfunctie voldoende ontwikkeld - voldoende longweefsel - longvaten - enzymensystemen - ademnhalingsstelsel in hersenstam moet impulsen geven

Question 41

Belangrijkste prikkels ademhaling na geboorte (2)

Answer 41

``` Daling zuurstofgehalte Stijging koolzuurgehalte (koolstofdioxide) in bloed ``` Ook belangrijk: afkoeling en huidprikkels

Question 42

Wanneer apgar?

Answer 42

Na 1 minuut, 5 en 10 minuten

Question 43

Trachypneu

Answer 43

Meer dan 60 ademhalingen per minuut

Question 44

Dyspneu

Answer 44

Moeilijk ademen

Question 45

Manier van beoordelen ademhalingstoestand

Answer 45

Silverman-score

Question 46

Wanneer sluit ductus venosus/botalli?

Answer 46

10-15u na partus

Question 47

Normale hartslag pasgeborene

Answer 47

110/115 sl/min

Question 48

Bradycardie

Answer 48

<70 sl/min

Question 49

Tachycardie

Answer 49

>200 sl/min

Question 50

Wordt gebruikt om in utero de harttonen te monitoren

Answer 50

Cardio tocografie

Question 51

Cardia

Answer 51

Maagingang

Question 52

Pylorus

Answer 52

Maaguitgang