Hoofdstuk 0 - 3 Flashcards
(38 cards)
Wat is een prebioticum?
= niet enzymatisch verteerbaar voedselingrediënt dat selectieve groei van intestinale bacteriën gaat stimuleren => gunstig effect voor eter
Noem een paar veelgebruikte prebiotica
Fructo Oligosaccharide
Manno Oligosaccharide
Lactose
Insuline
Noem een paar gunstige intestinale bacteriën waarvan de groei bevordert w door prebiotica
Bifidobacteria
Lactobacillen
Noem een paar ongunstige intestinale bacteriën waarvan de groei bevordert w door prebiotica
Salmonella
Campylobacter
Welk effect hebben de gunstige intestinale bacteriën die groeien oiv prebiotica?
- pH veranderingen
- productie korte keten vetzuren
- competitie met gastheercel vr bindingsplaats van pathogene bacteriën
Waarom gebruikt men prebiotica?
omdat het risico op dysbacteriose (= verstoring vd balans in bacteriële flora) id intensieve veehouderij redelijk groot is -> prebiotica brengen balans
Voordeel & nadeel van prebiotica?
- voordeel = betere preformance vd dieren
- nadeel = effect hangt af van type, dosering, species en individuele gevoeligheid
Bronnen van prebiotica
- aanwezig in versch gewassen zoals witloof en prei
- industriele productie
far off =
periode net na de droogstand
weende analyse geeft inzicht in chemische samenstelling van voeders, maar … zijn ook belangrijk
- fysische structuur
- transitsnelheid
- voederstrategie
- individuele variatie
extrusie =
proces waarbij granen blootgesteld w aan hoge temperatuur en druk en vocht => vervorming (expansie) + ontsluiting zetmeel => korrel/pellet
kruimel =
korrel dat verbroken w (dus denser dan korrel)
gastrine secretie =>
- productie HCl => pepsinogeen omgezet nr pepsine => afbraak eiwitten
(-) ook belangrijk voor maaggeleiding
enzymen aangemaakt id dunne darm door uitzetting (door opname van voedsel):
- secretine
- cholecystokinine
- vip & gip
functie secretine
- inhibitie gastrine & maaggeleiding
- secretie bicarbonaat uit pancreas => buffering
functie cholecystokinine
- inhibitie gastrine & maaggeleiding
- secretie verteringsenzymen uit pancreas => zetten polysacch om nr monosach
- contractie galblaas, relaxatie sfincter
functie GIP & VIP
- inhibitie maagactiviteit
- relaxatie dunne darm
vezel is bepalend voor
- transitsnelheid
- gut health
- consistentie darminhoud
- …
rennine =
enzym dat caseïne splitst
classificatie KH
- suikers => monosacchariden -> pentosen & hexosen => oligosacchariden -> disachariden - niet suikers => polysacchariden = glycanen -> homoglycanen: glucanen -> heteroglycanen => complexe KH -> glycolipiden -> glycoproteïnen
voorbeelden van pentosen
arabinose
xylose
ribose
voorbeelden van hexosen
glucose
fructose
galactose
mannose
voorbeelden van disacchariden
sucrose
lactose
maltose
voorbeelden van tetra -en trisacchariden
XOS
FOS
MOS