Hoofdstuk 1 Flashcards
(29 cards)
Statistiek als gereedschap
Je gebruikt het om je doel te dienen, je hebt een pragmatische relatie met statistiek (bijv. Om onderzoek te doen en de wereld beter te begrijpen)
Statistiek als discipline
Het verbeteren van statistiek. Het begrijpen van een enorme hoeveelheid data van dit moment. (Gebruik nooit de term “big data”)
Populatie
Verzameling van alle individuen van belang in bepaalde studies
Steekproef
Een verzameling individuen die is geselecteerd uit een populatie, meestal bedoeld om de populatie in een onderzoeksstudie te vertegenwoordigen
Variabele
Een kenmerk of aandoening die voor verschillende individuen verandert of verschillende waarde heeft
De relatie tussen populatie en steekproef
De steekproef wordt geselecteerd UIT de populatie. De resultaten uit de steekproef worden gegeneraliseerd over de gehele populatie.
Dataset
Verzameling metingen of waarnemingen.
Datum (enkelvoud)
Enkele meting of waarneming en wordt gewoonlijk een partituur of ruwe partituur genoemd
Parameter
Kenmerk dat een populatie beschrijft, bijvoorbeeld de gemiddelde score van de populatie.
Statistiek genoemd
Een kenmerk dat een steekproef beschrijft, zoals de gemiddelde score van een steekproef.
Onderzoeksproces begint
Meestal met een een vraag over de populatieparameter, maar het onderzoek/resultaten worden gedaan met een steekproef om de steekproefstatistieken te berekenen.
Beschrijvende statistiek
Statistische procedures die worden gebruikt om gegevens samen te vatten, te ordenen en te vereenvoudigen
Inferentiele statistiek
Bestaat uit technieken waarmee we steekproeven kunnen bestuderen en vervolgens generalisaties kunnen maken over de populaties waaruit ze zijn geselecteerd. (Inferentie = gevolgtrekking)
Sampling error
De natuurlijke voorkomende discrepantie of fout die bestaat tussen de steekproefstatistieken en de overeenkomstige populatieparameter.
Correlatiemethode
er worden twee verschillende variabele geobserveerd om te bepalen of er een verband tussen beide bestaat.
Experimentele methode
één variabele wordt gemanipuleerd terwijl een andere variabele wordt waargenomen en gemeten. Om een oorzaak gevolg relatie vast te stellen, probeert een experiment alle andere variabele te controleren om te voorkomen dat ze de resultaten beïnvloeden.
Onafhankelijke variabele
wordt door de onderzoeker gemanipuleerd
Afhankelijke variabele
wordt niet gemanipuleerd en is afhankelijk van de onafhankelijke variabele om een effect te kunnen meten.
Controle conditie
krijgen de experimentele behandeling niet (placebo)
experimentele conditie
krijgen de behandeling wel
quasi-onafhankelijke variabele
de “onafhankelijke variabele” in een niet-experimenteel onderzoek
Operationele definities
omvat de wijze waarop de waarde van een grootheid berekend moet worden en legt een verband tussen constructen en empirisch waarneembare kenmerken of gebeurtenissen. We moeten dus kunnen tellen en meten. De definitie moet dusdanig helder zijn dat iedereen hieronder hetzelfde verstaat.
Construct
interne attributen of kenmerken die niet direct kunnen worden waargenomen, maar die nuttig zijn voor het beschrijven en verklaren van gedrag.
Discrete variabele
bestaande uit een beperkt aantal categorieën Er kan geen waarde tussen in zijn (hond, kat, oogkleur, geslacht)