Hoofdstuk 1 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Welke 2 soorten cellen zijn er?

A

Neuronen en gliacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor lopen de verbindingen tussen de hersenen en het lichaam

A

Via het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het ruggenmerg?

A

Een vezelbuis die vanuit de hersenstam naar beneden loopt in de wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het centrale zenuwstelsel?

A

De hersenen + het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het perifere zenuwstelsel?

A

De zenuwen buiten het CNS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen de kleine hersenen/cerebellum?

A

Helpen bij bewust gedrag en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet de hersenstam?

A

Onbewust gedrag en vitale functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is gedrag?

A

Meetbare en waarneembare reacties op interne of externe stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan er gezegd worden over de grootte van het zenuwstelsel en het gedrag?

A

Hoe groter het zenuwstelsel, hoe complexer het gedrag (dat vaak ook aangeleerd is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fylogenetische ontwikkeling

A

De evolutionaire ontwikkeling van een soort over vele generaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontogenetische ontwikkeling

A

De ontwikkeling van een mens uit sperma en een eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het encefalisatiequotiënt? (EQ)

A

De verwachtte hersengrootte (door lichaamsgewicht) vergelijken met de werkelijke hersengrootte. Hoe groter dit verschil, hoe intelligenter het dier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt er te zeggen over het brein van de mens in verhouding tot lichaamsgewicht?

A

Het heeft het grootste brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kon ons brein zo groot worden?

A

Leefwijze, efficiënte koeling en neotonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is (waarschijnlijk) intelligentie?

A

Het aantal verbindingen tussen de verschillende hersengebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor wordt gedrag bepaald?