Hoofdstuk 1: Gelijkvormige figuren. Flashcards

1
Q

Geef de definitie van een middenparallel van een driehoek.

A

Een middenparallel van een driehoek is een lijnstuk dat de middens van twee zijden van een driehoek met elkaar verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de eigenschap van middenparallel.

A

Een middenparallel van een driehoek is evenwijdig met de derde zijde van een driehoek en half zo lang als die zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de definitie van gelijkvormige figuren.

A

Twee figuren zijn gelijkvormig als de ene figuur een schaalmodel is van de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de definitie van de gelijkvormigheidsfactor.

A

De verhouding van de lengte van de overeenkomstige zijden van twee gelijkvormige figuren is constant. Die constante noem je de gelijkvormigheidsfactor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de definitie van gelijkvormige driehoeken.

A

Twee driehoeken zijn gelijkvormig als de overeenkomstige hoeken even groot zijn en de overeenkomstige zijden evenredig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly