Hoofdstuk 1 Globalisering vwo5 Flashcards

(66 cards)

1
Q

Regionaliseren

A

Het indelen van een gebied in deelgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Regio

A

Begrensde gebieden met soortgelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grenzen tussen regio’s zijn….

A

Zelden messcherp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geografisch beeld (4)

A
  1. Ligging
  2. Bevolkingskenmerken
  3. Gebiedskenmerken
  4. Interne en externe relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bevolkingsgroei

A
  • op mondiale schaal: hangt af van geboorte en sterfte

- bij regio’s: komt daar de sociale bevolkingsgroei(migratiesaldo) bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leeftijdsgrafiek

A
  • geeft leeftijdsopbouw weer
  • leeftijdsgroepen
  • 3 basisvormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leeftijdsgroepen in leeftijdsgrafiek

A

-relatieve cijfers (procenten) of absolute cijfers (totalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 basisvormen van een leeftijdsgrafiek

A
  • piramidevorm
  • granaatvorm
  • uivorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Piramidevorm

A

Sterk groeiende bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Granaatvorm

A

Stagnerende bevolkingsgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uivorm

A

Dalende natuurlijke bevolkingsgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De demografische druk

A

Niet productief gedeeld door productief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afwijkende leeftijdsgrafiek

A

Veroorzaakt door

  • vestiging
  • vertrek
  • extreme burgeroorlogen
  • langdurige hongerperiode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Demografisch transitiemodel

A

-5 fases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fase 1

A

Agrarisch ambachtelijke fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fase 2

A

Proletarische fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Fase 3

A

De moderne fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fase 4

A

Postindustriële fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Fase 5

A

(Toenemend) sterfteoverschot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Agrarisch ambachtelijke fase

A

Hoge geboorte en sterftecijfers

(Door slechte medisch-hygiënische situatie, besmettelijke ziekten, oorlogen en honger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Proletarische fase

A

Hoog geboortecijfer (meer bestaansmogelijkheden in de industrie) en dalend sterftecijfer (beheersing epidemieën en hongersnoden, beter drinkwater, riolering en sanitair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De moderne fase

A

Geboortecijfer nam af (verstedelijking, kleinere woningen, stijgende kosten en acceptatie geboortebeperkende middelen) en sterfte cijfer daalt verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Postindustriele fase

A

Lage geboorte en sterftecijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Fase 5

A

Toenemend sterfteoverschot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Cultuur
Alle (im)materiële door de menselijke geest, voortgebrachte elementen
26
Lingua franca
Belangrijkste taal in het land
27
Cultuurgebieden
Regio's met een gemeenschappelijke cultuur - veranderen door interne en externe factoren - bij contact met andere cultuurgebieden kan zich acculturatie voordoen of conflicten
28
Acculturatie
Een groep neemt culturele of sociale kenmerken over van de andere groep
29
Diffusie
Verspreiding van cultuurelementen | -ruimtelijke en sociale diffusie
30
Ruimtelijke diffusie (4)
- expansie - relocatie - contactdiffusie - hiërarchische diffusie
31
Expansie
Lopend vuurtje
32
Relocatie
Verplaatsing
33
Contactdiffusie
Directe contacten
34
Hiërarchische diffusie
Netwerk
35
Sociale diffusie
De verspreiding van een cultuurelement binnen de samenleving
36
Het nationaal inkomen per inwoner...
Is hoger naarmate het ontwikkelingspeil stijgt
37
Het BBP heeft betrekking op
De productie van een gebied (land)
38
Het BNP heeft betrekking op
De productie van de eigen nationale productiefactoren
39
Bij vergelijking van BNP of BBP letten we op:(4)
- de manier waarop gegevens berekend zijn - verschillen in koopkracht - de spreiding rondom het gemiddelde inkomen (lorenzcurve) - de gebruikte wisselkoersen bij omwisseling van de valuta
40
Lorenzcurve
Geeft het verband tussen het cumulatief percentage van de bevolkingsomvang en het cumulatief percentage van de inwoners weer
41
Ontwikkelingspeil
- primaire sector - secundaire sector - tertiaire sector
42
Primaire sector
Landbouw, visserij en jacht
43
Secundaire sector
Industrie, ambacht
44
Tertiaire sector
Handel, verkeer
45
Het democratisch gehalte
Meet de mate waarin en de manier waarop macht over de mensen is verdeeld
46
De index voor een democratie is...
Een eenheid waarvan de waarde ligt tussen 0 en 10
47
Het democratische gehalte neemt toe...
Wanneer de mensenrechten meer gerespecteerd worden
48
Centrifugale krachten
Sterk bij verbrokkeling, processen die de staatkundige samenhang ondermijnen waardoor staten uit elkaar vallen
49
Centripetale krachten
De bindende factoren
50
Natiestaat
Staat waarin cultureel gezien een homogene groep mensen woont
51
Nation building
Het bevorderen van de culturele eenheid op nationaal niveau
52
Regionalisme
Het streven naar een vorm van zelfbestuur | -kan leiden tot separatisme
53
Separatisme
Streven van een volk naar afscheiding
54
Europa omvat..
- +/- 11% van de wereldbevolking - hoge bevolkingsdichtheid - ongelijke bevolkingsspreiding - bevolkingsgroei is traag - veel vergrijzing
55
Ongelijke spreiding Europa hangt samen met:
- natuurlijke factoren (klimaat, reliëf, vruchtbaarheid) | - menselijke factoren (economische en politieke verschillen)
56
Blokvorming
Vorming van organisaties van landen (economisch en/of politiek gebied)
57
Eenwording
Het toegroeien maar meer economische, politieke en/of culturele eenheid onder invloed van centripetale krachten
58
Europa kent een economische tweedeling tussen...
West en Oost
59
Zwakke plekken van Europa zijn:
- weinig natuurlijke hulpbronnen, vooral energiebronnen - hoge arbeidskosten - dreigend tekort aan middelen voor investering in kenniseconomie - de soms grote sociaal-economische tegenstellingen tussen en binnen Europese landen - afschaffen van allerlei subsidies - de vergrijzing en de bevolkingskrimp
60
Oost Azië
- mondiaal een demografisch zwaartepunt - bevolkingsspreiding is onregelmatig - natuurlijke bevolkingsgroei kent uitersten - de natuurlijke groei hangt samen met het ontwikkelingspeil in beide landen. - migratie tussen landen in klein
61
Boeddhisme
Komt in grote delen van oost Azië voor In vele varianten Verweven met: confucianisme en het taoisme, en het shintoïsme
62
Afstandsverval
Afname van een verschijnsel naarmate de afstand ten opzichte van een centraal toeneemt
63
Bedoeïenen
``` Van oorsprong (semi)nomadische volkeren Vroeger handelaren tussen sedentaire samenlevingen ```
64
Afrika ten zuiden van de Sahara
- veel talen: lingua franca Hausa (west Afrika) en Swahili (oost Afrika) vaak is een Europese taal landstaal - een van de godsdiensten is animisme
65
Afrika
Iets meer dan een miljard mensen -> 20% in Noord (vooral Egypte) en 80% Zuid (meeste in Nigeria)
66
Latijns Amerika
- onderscheidt zich door taal en religie - rooms-katholiek - veel afstammelingen (Brazilië) - natuurlijke bevolkingsgroei lager dan Afrika ten zuiden van de Sahara - bevolkingsspreiding ongelijk - ontwikkelingspeil tussen landen verschilt sterk