Hoofdstuk 1: Inleiding tot de industriële productietechnologie Flashcards

(16 cards)

1
Q

Productie

A

Komt voor vanuit een vraag/maatschappelijke behoefte. In economische context wordt het gezien als het voortbrengen van maatschappelijke goederen, het scheppen van nuttigheid en de bevrediging van de maatschappelijke behoefte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Technologie

A

de leer van de bewerkingen die natuurproducten moeten ondergaan om ze ten dienste van de industrie te laten functioneren; leer van de bewerkingen en mechanische hulpmiddelen, en van de methoden die met fabricage samenhangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

toegepaste wetenschappen

A

Wetenschappelijke kennis benutten om oplossingen te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productietechnologie

A

wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op een systematische manier om maatschappij of gemeenschap te voorzien van behoeften & verlangens, in de termen van goederen & diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

goederen

A

tastbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

consumentgoed

A

voor particulieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kapitaalgoed

A

voor ondernemingen (gebouw, sporen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

product

A

alles wat je op de markt kan brengen tegen een bepaalde prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

manufacturing

A

met de hand vervaardigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

definitie van Brundtland

A

het voldoen van de behoeften van de huidige generatie voldoen zonder de kansen te hypothekeren aan de volgende generatie om aan hun te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MVO

A

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

primaire sector

A

levert grondstoffen & voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

secundaire sector

A

alle bedrijven & activiteiten die grondstoffen verwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tertiaire sector / dienstensector

A

commercieel om winst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

quartaire sector

A

niet commerciële dienstensector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

biotechnologie

A

studie & gebruik van levende organismen voor productie van chemische stoffen, materialen & bio-energie