Hoofdstuk 10 Flashcards
(25 cards)
Argumentatie theoretische invalshoek
een invalshoek waarbij het oplossen van meningsverschillen centraal staat
enkelvoudig of meervoudig geschil
een geschil met 1 of meer twistpunten
gemengd of niet gemengd geschil
of er maar 1 of
alle partijen een positie innemen
tegengesteld (strijdige propositie)
niet beide waar en niet beide onwaar (enkelvoudig)
'’Het gaat morgen regenen in Utrecht’’
contrair (strijdige propositie)
niet beide waar, wel beide onwaar (meervoudig)
verdedigingsplichtregel
een discussiant die een standpunt naar voren brengt, is verplicht dit desgevraagd te verdedigen
bewijslast
de plicht om met argumenten te komen
drogredenenen ignoratio elenchi
het vermijden van de kritische discussie
standpuntsregel
een aanval op een standpunt moet betrekking hebben op het standpunt dat ook werkelijk door de andere partij naar voren is gebracht
houdbaarheidskritiek
kritiek dat na gaat hoe houdbaar het argument is
bewijskrachtkritiek
kritiek op een mogelijk gebrekkige bewijskracht van de argumentatie
actieve kritiek
de criticus neemt zelf een standpunt in
Principle of charity
Als je de keuze hebt tussen twee interpretaties, je de voorkeur geeft aan de redelijke argumentatie over de drogredelijke
argumentum ad hominem
persoonlijke aanval op de tegenstander
tu quoquo
de proponent wijst erop dat de beweringen of kritische vragen van je gesprekspartner niet in overeenstemming zijn met zijn of haar gedrag
relevantieregel
een standpunt mag alleen worden verdedigd door argumentatie naar voren te brengen die op dit standpunt betrekking heeft
argumentum ad populum
argumentatie gericht op het volk
argumentum ad verecundiam
argumentatie gericht op school waarbij je jezelf naar voren schuift als iemand die het allemaal wel weet
logisch consistent
beweringen die geen strijdigheden bevatten
deductief geldige argumentatie
onmogelijk dat het onderbouwende argument wel klopt, maar het eerste argument niet
inductieve argumentatie
kan alleen een zekere waarschijnlijkheid verlenen aan het verdedigde standpunt
causale argumentatie
oorzaak - gevolg
autoriteitsargument
Er wordt iemand als deskundige aangehaald om het argument te bekrachtigen
logische geldigheid
wanneer het onmogelijk is dat de premissen waar zijn terwijl de conclusie onwaar is