Hoofdstuk 1.1/2 Flashcards

(17 cards)

1
Q

Wat zijn maatschappelijke vraagstukken/problemen?

A

Maatschappelijke vraagstukken/problemen zijn situaties waar de wensen en/of belangen van meedere groepen uit de maatschappij botsen, en er een gemeenschappelijke oplossing benodigd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de criteria van een maatschappelijk vraagstuk?

A

1: Het heeft gevolgen voor verschillende groepen in de samenleving.
2: Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaken en de aanpak.
3: Het is alleen gemeenschappelijk op te lossen, waarbij de overheid meestal een rol heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor ontstaan vaak de grootste tegenstellingen in mening bij maatschappelijke vraagstukken?

A

1: Politieke visie
2: Maatschappelijke positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een compromis?

A

Een compromis is een oplossing waarbij alle partijen een beetje moeten toegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een dilemma?

A

Een dilemma is een lastige keuze uit twee dingen die niet samen kunnen gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vier thema’s van maatschappijleer?

A

1: De Rechtstaat
2: De Parlementaire Democratie
3: De Pluriforme Samenleving
4: De Verzorgingsstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de vijf kernbegrippen van maatschappijleer?

A

1: Waarden en normen
2: Belangen
3: Macht
4: Sociale ongelijkheid
5: Sociale cohesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een waarde?

A

Een waarde is een uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een norm?

A

Een norm is een gedragsregel die voortvloeit uit een waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is sociale controle?

A

Sociale controle is de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan normen te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een belang?

A

Een belang is het voordeel dat iemand ergens bij heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is macht?

A

Macht is het vermogen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn machtsmiddelen?

A

Machtsmiddelen zijn middelen het gedrag van anderen te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is gezag?

A

Gezag is gelegetimeerde macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is sociale ongelijkheid?

A

Sociale ongelijkheid is de ongelijke verdeling in de de maatschappij van kennis, inkomen, status, en politieke macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is sociale cohesie?

A

Sociale cohesie is hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar.

17
Q

Wat zijn de algemene onderzoeksvragen bij maatschappijleer?

A

1: Omschrijving van het maatschappelijk vraagstuk
2: Rol van de media
3: Rol van de overheid
4: Vergelijken
5: Eigen mening