Hoofdstuk 12 Flashcards
(19 cards)
Vanaf welke leeftijd begint sekserolgedrag?
Vanaf het tweede levensjaar
Wat zijn sekseverschillen?
Alle verschillen waarin jongens/mannen zich van meisjes/vrouwen onderscheiden. Ze verwijzen naar biologische en psychologische eigenschappen.
Wat zijn biologische eigenschappen (sekserolgedrag)?
primaire en secundaire geslachtskenmerken, lichaamsbouw en hormoonproductie. Zichtbare lichamelijke verschillen vanaf puberteit.
Wat zijn psychologische eigenschappen (sekserolgedrag)?
Verschil in gedrag, al vanaf enkele maanden zichtbaar. Vanaf tweede levensjaar duidelijk typisch jongens-/meisjesachtig gedrag.
Wat is de sekserol?
De verwachtingen die men binnen een bepaalde cultuur of maatschappij ten aanzien van specifiek mannelijke of vrouwelijke eigenschappen heeft.
Wat is sekserolgedrag?
Het scala van gedragingen dat aan de sekserol invulling geeft
Wat is het verschil tussen meisjes- en jongensbaby’s?
Meisjes zoeken meer oogcontact en beginnen eerder met praten. Jongens zijn actiever en prikkelbaarder.
Welke verschillen tussen jongens en meisjes zien we vanaf 2 jaar?
- uiterlijke kenmerken
- stereotiepe rollen (zoals met poppen spelen of dingen bouwen)
- kennis over het eigen geslacht (basisgeslachtsidentiteit)
Welke verschillen tussen jongens en meisjes zien we van 3-4 jaar?
- keuze over seksespecifiek speelgoed (autootjes of poppen)
- kennis van seksespecifieke beroepen
- rigide sekserolopvatting (jongens dragen nooit een rok)
Welke verschillen zien we tussen jongens en meisjes vanaf 6 jaar?
- seksespecifieke opvattingen en interesses
- meer flexibele sekserolopvatting (ik blijf een jongen, ook al speel ik met poppen)
- kennis dat geslacht onveranderlijk is (geslachtsconstantie)
Welke verschillen zien we tussen jongens en meisjes vanaf de adolescentie?
- extra dimensie door seksuele belangstelling (daardoor soms tijdelijk terugval in rigide sekserolopvatting)
- voltooiing geslachtsidentiteit (na persoonlijke keuzes als seksuele voorkeur)
Wat is cross-seksegedrag?
Sekserolgedrag dat kenmerken is voor de sekse waar men niet toe hoort. Meisjes vertonen dit vaker en accepteren dit meer van elkaar.
Wat is een populaire theorie uit de sociobiologie over seksespecifieke gedragingen?
Vrouwelijke en mannelijke sekserollen worden gevormd door beider drang hun genen te laten voortbestaan.
Waarom is de man meer geneigd tot polygamie?
Een man kan de voortzetting van zijn genen minder goed veilig stellen door zich te beperken tot 1 vrouw. Met meerdere bevruchtingen bij meerdere vrouwen is de kans op voortbestaan van de genen groter.
Als het resultaat van welke leerprocessen wordt sekserolgedrag gezien vanuit de sociale leertheorie?
- Reinforcement
- Imitatie
Wat heeft reinforcement te maken met sekserolgedrag (sociale leertheorie)?
Bekrachtiging seksestereotiep gedrag door ouders, leeftijdsgenootjes, rolmodellen en de maatschappij. Het ‘juiste’ gedrag wordt bekrachtigd en cross-sekserolgedrag wordt afgekeurd (vooral door vaders en leeftijdsgenootjes). Onderzoek naar de gevolgen van reinforcement is lastig, omdat niemand in een sekseneutrale omgeving opgroeit. En er zijn kinderen die afwijkend sekserolgedrag vertonen, ook al wordt dit door anderen afgekeurd.
Wat heeft imitatie te maken met sekserolgedrag (sociale leertheorie)?
Door imitatie van rolmodellen wordt seksestereotiep gedrag aangeleerd. Uit onderzoek is gebleken dat de invloed van imitatie veel minder groot is dan voorheen werd gedacht.
Wat is seksesocialisatie (sociale leertheorie)?
Jongens en meisjes worden vanaf de geboorte verschillen behandeld.
Wat veronderstelt het cognitieve verklaringsmodel over sekserolgedrag?
Jonge kinderen beginnen met een simpel geslachtsconcept. Tegelijk leren zij vanuit hun omgeving welk gedrag hierbij hoort. Deze kennis combineren zij en zo ontstaat het sekserolgedrag. Hun waarneming wordt gestuurd door de ideeën die ze hebben en niet door reinforcement, imitatie of biologische factoren.
