Hoofdstuk 2 Flashcards
(52 cards)
1
Q
Caretaker
A
Concierge
2
Q
Desk
A
Bureau
3
Q
Diary
A
Agenda
4
Q
homework
A
Huiswerk
5
Q
Locker
A
Kluisje
6
Q
Mark
A
Cijfer
7
Q
Notebook
A
Schrift
8
Q
Principal
A
Schoolhoofd
9
Q
Schoolhall
A
Aula
10
Q
Timetable
A
Lesrooster
11
Q
Cheat
A
Spieken
12
Q
Study for
A
Leren voor
13
Q
Arts and crafts
A
Handenarbeid
14
Q
Biology
A
Biologie
15
Q
Computerscience
A
ICT
16
Q
Dutch
A
Nedelands
17
Q
French
A
Frans
18
Q
Geography
A
Aardrijkskunde
19
Q
German
A
Duits
20
Q
History
A
Geschiedenis
21
Q
Mathematics
A
Wiskunde
22
Q
Music
A
Muziek
23
Q
Pe
A
Gymnastiek
24
Q
Tutor hour
A
Mentoruur
25
Awesome
Geweldig
26
Be crazy about
Gek zijn op
27
Be tired of
Moe zijn van
28
Confusing
Verwarrend
29
Difficult
Moeilijk
30
Difficult
Moeilijk
31
Dislike
Niet leuk vinden
32
Enjoy
Genieten
33
Hate
Haten
34
Horrible
Verschrikkelijk
35
Interesting
Interessant
36
Like
Leuk vinden
37
Useless
Waardeloos
38
Afternoon
Middag
39
Break
Pauze
40
Chemistery
Scheikunde
41
Choose
Kiezen
42
Chores
Klussen
43
Come back
Teeugkomen
44
Detention
Nablijven
45
Important
Belangerijk
46
Language
Taal
47
Late
Laat
48
Lie
Leugen
49
Period
Uur
50
Same
Hetzelfde
51
Wake up
Wakker worden
52
World
Wereld
