hoofdstuk 2 Flashcards

concepten van de kindertijd (21 cards)

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zegt Artikel 1 van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind over de definitie van een kind?

A

Een kind is iemand die jonger is dan 18, tenzij de wet die van toepassing is al eerder volwassenheid toekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie soorten gevoelens zijn er over het ‘ongeboren kind’?

A
  • Het wezen in utero heeft dezelfde morele status als het geboren kind
  • Het beschermen van het toekomstige kind (bv niet roken)
  • Het ‘mogelijke’ kind dat gaat bestaan. En vanuit dit idee wordt vaak gedacht dat als het nieuwe leven maar over het algemeen beter is, ook al is het maar een klein beetje beter, dan niet bestaan, dan is er niks fout. Maar sommigen geloven dat een kind toch wel meer verdient dan alleen een leven dat in elk geval beter is dan niet bestaan. Daarom is Feinberg gekomen met het idee dat elk toekomstig kind een “geboorterecht” heeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het idee van Feinberg over toekomstige kinderen?

A

Elk toekomstig kind heeft een ‘geboorterecht’ op het kunnen genieten van verschillende voordelen tijdens het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de stelling van Ariès in ‘L’enfant et la vie familiale sous l’ancien régime’?

A

Alleen in moderne tijden kan een goed begrip van de kindertijd worden bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat beweert Ariès over het idee van kindertijd in de middeleeuwen?

A

Het idee van kindertijd bestond niet in de middeleeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke perioden waren cruciaal voor de verandering in het begrip van kindertijd volgens Ariès?

A

De 15e, 16e en vooral 17e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werden kinderen in de middeleeuwen vaak afgebeeld volgens Ariès en wat waren de bronnen hiervoor?

A

Als verkleinde volwassenen vanaf 7 jaar.
- Op schilderijen werden kinderen alleen weergegeven als verkleinde volwassenen.
- Kinderen droegen dezelfde kleding als volwassenen, aangepast aan hun lengte.
- Kinderen speelden spellen die ook werden gespeeld door volwassenen.
- Uit een dagboek van de dokter van Henri IV blijkt dat kinderen in aanraking kwamen met onfatsoenlijk, seksueel taalgebruik van volwassenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de onduidelijkheden in de stelling van Ariès?

A
  1. De stelling van Ariès wordt verward met de stelling van andere historici over de kindertijd. Hun stelling hield namelijk in dat kinderen vroeger slachtoffer waren van wrede behandeling en mishandeling en dat dit in die tijd als normaal werd gezien. Ouders hadden een koude en onverschillige houding naar hun kinderen toe. Deze ‘wreedheidsstelling’ is niet hetzelfde als de stelling van Ariès. Ariès beweert dat kinderen simpelweg niet meetelden.
  2. De terminologie die gebruikt wordt is lastig. Het Franse woord dat Ariès gebruikt, is sentiment. Dit is vertaald als concept. Sentiment bevat zowel ‘bewustzijn’ als ‘gevoel’. Ook het gebruik van ‘kindertijd’ en ‘kinderen’ is iets om op te letten. Een samenleving kan zich bijvoorbeeld bewust zijn van de bijzondere aard van kinderen, zonder te beschikken over een ‘concept’ van kindertijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de kritiek op de stelling van Ariès met betrekking tot de kindersterfte?

A

De moderne bezorgdheid over baby’s leidde niet tot een duidelijke daling van de kindersterfte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt bedoeld met ‘presentisme’ in de context van kritiek op Ariès’ stelling?

A

Het interpreteren van het verleden aan de hand van huidige opvattingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er gezegd over moderniteit in de context van Ariès?

A

Moderniteit wordt gezien als het eindpunt van een lange weg naar morele verlichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de visie van sommige wetenschappers over kindertijd?

A

Kindertijd is een sociale constructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie belangrijke aspecten waarin opvattingen over de kindertijd kunnen verschillen?

A
  • De grens tussen kindertijd en volwassenheid
  • De dimensies van de kindertijd
  • De divisies binnen de kindertijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat stelt Rousseau over onderwijs en de identiteit van het kind?

A

Onderwijs moet de identiteit en bijzondere aard van het kind erkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen een concept en een opvatting over kindertijd?

A

Een concept is een onderscheid tussen kinderen en volwassenen, een opvatting is een specificatie van deze eigenschappen.

17
Q

Wat zegt Ariès over de erkenning van de bijzondere aard van kinderen?

A

Hij spreekt van een sentiment van kindertijd als een bewustzijn van deze bijzondere aard.

18
Q

Wat is de kritiek op de theorie dat kindertijd een sociale constructie is?

A

Het onderschat de complexiteit van de relatie tussen biologische en sociale factoren.

19
Q

Welke leeftijdsindeling hanteerde de Romeinse wet in de kindertijd?

A
  • Infantia (kinderen konden niet praten)
  • Tutela impuberes (kinderen hadden een mentor nodig)
  • Cura minoris (na de puberteit, kinderen vereisten nog zorg)
20
Q

Vul in: Volgens Ariès wordt de adolescentie voor het eerst erkend in de _______.

21
Q

Hoe ziet de moderne opvatting van kindertijd de periode van 7 tot 12 jaar?

A

Als een belangrijke periode waarin kinderen nog steeds als kinderen worden gezien.