Hoofdstuk 2 Algemeen kader en basale assumpties Flashcards
(39 cards)
Welke drie aspecten hebben te maken met het proces van sociale realiteitsconstructie?
- Stimuli van de situatie
- Voorafgaande kennis individu
- Processen die stimuli van de situatie en voorafgaande kennis van het individu beïnvloeden
Wat is de volgorde van informatieverwerking?
- Stimuli
- Perceptie
- Initiële verwerking, categorisatie / interpretatie
- Geheugen, georganiseerde kennis
- Diepere verwerking, beslissingen / oordelen
- Gedrag
Wat is top-down (concept-gedreven) informatieverwerking?
Individuen worden met name gedreven worden door voorafgaande kennis en verwachtingen
Wat is Bottom-up (data-gedreven) informatieverwerking?
Informatieverwerking wordt met name beïnvloed door de stimuli van een bepaalde situatie
Wat is capaciteitsbeperking?
Individuen kunnen niet alle informatie verwerken die mogelijk relevant is, vooral niet wanneer de tijd die individuen hebben beperkt is. Deze capaciteitsbeperkingen beïnvloeden alle fases van informatieverwerking. De combinatie van capaciteitsbeperkingen en tijdslimieten hebben belangrijke consequenties voor cognitieve verwerking. Processen moeten gesimplificeerd worden, en wel op zo’n manier dat er een adequate basis overblijft zodat een persoon op de omgeving kan reageren.
Welke (3) adaptieve systemen hebben mensen ontwikkeld waardoor verwerking efficiënter is?
- Selectie van informatie
- Heuristieken
- Top-down verwerking
Wat zijn heuristieken?
Vuistregels die weinig moeite kosten en meestal valide resultaten opleveren
Waardoor wordt de verwerkingshoeveelheid beïnvloed?
- Beschikbare verwerkingscapaciteit
2. Verwerkingsmotivatie
In welke theorieën komen verwerkinscapaciteit- en motivatie met name naar voren?
Attitudeveranderingstheorieën
Wat zijn automatische processen?
Onintentioneel, hebben weinig cognitieve bronnen nodig, kunnen en hoeven niet gecontroleerd te worden, en liggen buiten het bewustzijn van een individu. Het in werking stellen en houden van automatische processen heeft dus geen bewuste regulatie nodig. Het kan verschillen hoe goed automatische processen voldoen aan de bovengenoemde criteria.
Wat zijn gecontroleerde processen?
Gecontroleerde processen hebben wel veel bronnen nodig en het in werking stellen en houden van deze processen heeft bewuste regulatie nodig. Bovendien kunnen ze wel binnen het bewustzijn van een individu liggen
Uit welke aspecten bestaat controle?
- De mogelijkheid om iets in het bewustzijn te brengen
2. De mogelijkheid om een bepaalde inhoud te onderdrukken
Wanneer gebruik je gecontroleerde of automatische processen?
Vaak is het zo dat gecontroleerde processen worden gebruikt bij onbekende situaties, en automatische processen bij bekende situaties.
Wat trekt de aandacht van een individu?
Stimuli die afwijkend of salient zijn
- Opvallend in vergelijking met de context
- Opvallend in vergelijking met voorgaande kennis
- Relatie tussen de stimulus en de doelen van een persoon
Wat zijn de consequenties van opvallendheid?
Meestal zorgt opvallendheid ervoor dat de hoeveelheid verwerking die gerelateerd is aan de stimulus informatie verhoogd wordt. Een verhoogde hoeveelheid verwerking die gebruikt wordt voor een bepaalde stimulus beïnvloedt sociale oordelen en het ophalen van informatie.
Wat is de richting van de stimulusimpact op sociaal oordelen?
Opvallendheid leidt tot versterking van de bestaande oordeelsneiging. Opvallendheidseffecten worden deels veroorzaakt door het gegeven dat personen minder aandacht aan andere stimuli zullen schenken. Condities waarbij een persoon geen mogelijkheid heeft om niet opvallende informatie te verwerken zullen leiden tot extremere opvallendheidseffecten.
Opvallendheid kan individuen echter ook bewust maken van de sterke invloed, waardoor processen geactiveerd kunnen worden die tegen deze invloed ingaan. Hierbij kan dus een proces in de tegengestelde richting optreden. Of zulke counteracting processen worden geactiveerd hangt af van de mate waarin de waarnemer gelooft dat de uitgelokte verwachtingen toepasbaar zijn op de stimulus.
Wat zijn de resultaten met betrekking tot recall performance? Welke redenen zijn hiervoor aangevoerd? (4)
Gemixt;
- Soms hebben individuen niet de mogelijkheid om meer verwerking toe te passen op een stimulus, ook al is deze opvallend, bijvoorbeeld wegens tijdgebrek.
- Aanvullende verwerking het herinneren van informatie met name te versterken wanneer de codering- en herinnercondities compatibel zijn.
- Opvallendheid geen invloed heeft op de hoeveelheid van herinneren, maar op de moeite waarmee de informatie herinnert kan worden.
- Waar gaat het bij de recall meting om?
Hoe wordt een stimulus gecodeerd?
Een nieuwe stimulus wordt vaak gekoppeld aan voorgaande kennis, en wordt gecategoriseerd in een betekenisvolle categorie. Wanneer een waargenomen target past binnen een categorie kan de waarnemer meer informatie afleiden dan gegeven was. Individuen categoriseren niet alleen objecten en personen, maar ook gedragingen. Voorafgaande kennis kan dus gebruikt worden om bepaalde interpretaties en inferenties te maken, of om gedragingen van het target te coderen.
Wat is een categorie?
Een elementaire kennisstructuur, die overeenkomt met een bepaald concept of een bepaalde klasse van objecten.
Wat is toepasbaarheid?
Dat de categorie potentieel gebruikt moet kunnen worden om betekenis te geven aan de stimulus
Wat is beschikbaarheid?
de moeite waarmee voorafgaande kennis opgehaald kan worden uit het geheugen
Welke twee algemene principes beïnvloeden de toegankelijkheid (beschikbaarheid) van voorafgaande kennis?
- Frequentie
2. Recency
Wat verstaat men onder frequentie?
informatie die vaak gebruikt wordt eenvoudiger op te halen dan informatie die niet vaak gebruikt wordt
Wat is recency?
Informatie die net gebruikt is wordt sneller opgehaald dan informatie die veel langer geleden gebruikt is