Hoofdstuk 2: Autismespectrumstoornis Flashcards

(5 cards)

1
Q

Leg uit wat ASS is:

A

ASS = brede waaier (pedagogische term)

Verschillende subgroepen:
<i>Autisme</i>
<i>Syndroom van Asperger</i>
<i>RETT-syndroom</i>
<i>Desintegratie van de kinderleeftijd</i>
<i>POS – NAO = Pervasieve OntwikkelingsStoornis (medische term) – Niet Anders Omschreven </i>

Veelzijdig

Iedere persoon is uniek → vraagt een unieke aanpak.

Komt op alle intelligentieniveaus voor.

Kan gaan van contactwerend tot verbaal erg vlot en schijnbaar sociaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de triade van Lorna Wing:

A

<u><b>Sociale interactie:</b></u>

Kwalitatieve tekortkoming

Problemen in de sociale omgang
<i>Moeilijk tot geen contact</i>
<i>Oogcontact/handdruk</i>
<i>Empatisch vermogen</i>
<i>Gedeelde interesses</i>
<i>Afwezigheid van persoonlijke relaties</i>
<i>Geen wederkerigheid op vlak van relaties</i>

<u><b>Verbeelding:</b></u>

Fantasie is beperkt

Gebrek aan soepelheid
<i>Behoefte aan structuur.</i>

Gebrek in het repertoire van activiteiten en interesses = REPETATIEF GEDRAG

Stereotype bewegingen

Veel herhalen

<u><b>Communicatie:</b></u>

Uiten = gebruik van taal
<i>Altijd sprake van een vertraagde taalverwerving</i>
-> Vlot woorden produceren tot volledige afwezigheid van taal
-> Gebrekkige gespreksregels
-> Repetatief taalgebruik

Begrijpen = verstaan van taal
<i>Verstoorde non-verbale communicatie</i>
<i>Geen kennis van emoties</i>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de mogelijke kenmerken van ASS:

A

Naast de 3 pijlers zijn er nog MOGELIJKE kenmerken:

Hyperactiviteit

Korte concentratie

Agressie (=frustratie)

Woedeaanvallen

Automutalie

Vreemde reacties op zintuigelijke prikkels

Fobieën

Eetstoornissen

Slaapstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de oorzaken van ASS:

A

Geen sluitend antwoord van de oorzaken

Wat weten we wel?
<i>Aanwezig bij de geboorte</i>
<i>Krijgt men niet door ziekte/opvoeding</i>

<b>Genitische voorbestemdheid</b>
→ Erfelijkheid
→ In bepaalde families komt het meer voor
→ Komt niet in elke generatie voor
→ Genetica is niet alleen de mogelijke oorzaak

<b>Externe factoren tijdens de zwangerschap</b>
→	Geneesmiddelen
→	Chemicaliën 
→	Alchohol en drugs
→	Mazelen

= invloed op de ontwikkeling van de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg de begeleiding uit met mensen met ASS:

A

<b>Aangepaste omgeving</b>

Alle negatieve effecten proberen te vermijden → STRESS VERMINDERD

Verhoogt het comfortabel voelen

Staat men open voor te leren

<b>Een autismevriendelijke omgeving</b>

Verduidelijken → informatieverwerkingsstoornis

Neemt contextblindheid weg van situaties, personen en voorwerpen

STRUCTUUR is het sturen, de regelmaat in tijd, plaats, activiteiten en personen. Het verhoogt de veiligheid

<b>Beter communiceren</b>

<i>Expliciete communicatie</i> 	
→	Zeggen waarop het aankomt
→	Allen de essentie weergeven
→	Komt zeer onbeleefd over
→	Ook foto’s, picto’s moeten juist benoemd worden
→	Lichaamstaal met expliciet zijn	
<i>Visuele communicatie:</i>
→	Gebaren
→	Prenten, foto’s, picto’s
→	Schema’s
→	Vertraagde communicatie = meer tijd om het te laten doordringen
→	Sociaal leerverhaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly