Hoofdstuk 2 begrippen

Question 1

Consumptief krediet

Answer 1

Een consumptief krediet is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden zoals het kopen van een fiets of auto maar ook om te voorzien in levensonderhoud.

Question 2

Kredietnemer

Answer 2

hij/zij leent het geld

Question 3

Kredietgever

Answer 3

hij/zij geeft het geld

Question 4

Kredietkosten

Answer 4

De kosten van een krediet of lening zoals de interestkosten, administratie kosten, verzekeringskosten, etc.

Question 5

Persoonlijke lening

Answer 5

Is een lening aan de consument voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed.

Question 6

Aflossingsbestandsdeel

Answer 6

Het deel van de annuïteit dat dient ter aflossing van de lening.

Question 7

Rentebestandsdeel

Answer 7

Het deel van de annuïteit dat aan rente op de lening moet worden betaalt

Question 8

Annuïteit

Answer 8

Een periodiek gelijkblijvend bedrag bestaande uit een aflossingsbestandsdeel en een rentebestandsdeel.

Question 9

Doorlopend krediet

Answer 9

Is een kredietvorm waarbij met de kredietnemer wordt overeengekomen tot welk bedrag (de kredietlimiet) deze naar behoefte geld kan lenen.

Question 10

Kredietlimiet

Answer 10

het maximale bedrag dat je bij een doorlopend krediet kunt lenen (rood staan) deze naar behoefte geld kan lenen.

Question 11

Huurkoop

Answer 11

Een manier van kopen waarbij je verspreid over termijnen betaald, pas na de laatste betaling eigenaar.

Question 12

Koop op afbetaling

Answer 12

Een manier van kopen waarbij je verspreid over termijnen betaalt, direct al eigenaar.

Question 13

Enkelvoudige interest

Answer 13

Bij enkelvoudige interest wordt de interest berekent over de eerste periode of schuld.