Hoofdstuk 2: cardiovasculair stelsel Flashcards
(23 cards)
Antihypertensieve geneesmiddelen
algemene klassen
- geneesmiddelen met centrale werking
- alfa 1 blokkers
- renine inhibitoren
- calcium antagonisten
- beta-blokkers
- ACE inhibitoren
- sartanen
- diuretica
antihypertensiva met centrale werking
- clonidine
- metyldopa
werken in op alfa2 centrale receptoren (onderdrukken sympatische outflow) - moxonidine
inwerken op imidazoline receptoren (minder bijwerkingen)
alfa1-blokkers
- prazosin
- terazosin
vasodilatatie zonder versnellen hartritme
ook op gladde spiercellen
renine inhibitoren
verhinderen omzetting renine nr angiotensine I (minder stimulatie van AT2 receptoren)
renine inhibitoren
verhinderen omzetting renine nr angiotensine I (minder stimulatie van AT2 receptoren)
Calcium antagonisten
groepen + voorbeelden geven
- phenilalkylamines (verampil)
- benzothiazepines (diltiazem)
- dihydropyridines (nifedipine)
beta blokkers
- atenolol
- bisoprolol
- metoprolol
- propanolol
- labetalol
- nebivolol
ACE-inhibitoren
- captopril
- perindopril
diuretica
groepen
- lisdiuretica
- thiazides
- kalium sparende diuretica
- carbonanhydrase
- osmotische diuretica
sartanen
- losartan
competitieve antagonisten AT1 receptor
lisdiuretica
voorbeeld en werking
furosemide
blokkeren Na+/K+/Cl+ cotransport opstijgende lus
thiazidines
voorbeeld en werking
indapamide
blokkeren Na+/Cl- cotransport distale tubulus
calcium sparende diuretica
voorbeeld en werking
- amiloride
- spironolactone
aldosteron antagonisten
meestal combinatie andere diuretica
osmotische diuretica
- mannitol
- urea
anti-aginale geneesmiddelen
beta-blokkers
calcium-blokkers
nitrovasodilatoren
ivabatrine
nitrovasodilatoren
- isosorbide dinitraat
- nitroglycerine
- molsidomine
vrijstelling an NO zorgt voor vasodilatatie
ivabatrine
vertraagd het hart wanneer beta blokkers niet zijn aangewezen
Geneesmiddelen bij hartfalen
- diuretica
- ACE-inhibitoren
- sartanen
- beta-blokkers
- nitrovasodilatoren
- ivabradine
- digitalis glycosiden
- fosfodiesterase III inhibitoren
digitalis glycoside
verminderen inotroop effect en AV conductie (vetriculaire fibrilatie)
fosfodiesterase III inhibitoren
stijging van cAMP (postief inotroop en vasodilaterend)
ant-aritmische geneesmiddelen
verschillende klassen
- klasse 1: natrium kanaal blokker (lidocaïne)
- klasse 2: beta-blokkers (metoprolol)
- klasse 3: kalium kanaal blokkers (sotalol, amiodarone)
- klasse 4: calciumkanaal blokkers (verapamil)
- klasse 5: adenosine
lipide verlagende geneesmiddelen
- statines
- fibraten
- inhibitoren van cholesterolsynthese (anion uitwisselaars, ezetimibe, nicotinezuur)
- PCSK9-inhibitoren
antithrombotische middelen
- anti-aggregantia: acetylsalicylzuur, thienopyridines, dipyridamole, GP IIb-IIIa receptor antagonisten
- anticoagulantia: heparine, vitamine K-inhibitoren, thrombine inhibitoren, inhibitoren facter Xa
- thrombolytica