Hoofdstuk 2 | Totstandkoming van overeenkomsten Flashcards

1
Q

In welk wetsartikel staat hoe een overeenkomst tot stand komt?

A

art. 6:217 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is nodig voor een geldige overeenkomst?

A

Een rechtsgeldig aanbod en een rechtsgeldige aanvaarding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer komt de overeenkomst tot stand?

A

De overeenkomst geldt vanaf het tijdstip dat de aanvaarding de aanbieder bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer komt een rechtshandeling tot stand volgens art. 3:33 BW?

A

Een rechtshandeling komt tot stand wanneer de handelende persoon een op een rechtsgevolg gerichte wil heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is een aanbod rechtsgeldig?

A

Als de wil en verklaring van de persoon in kwestie overeenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly