Hoofdstuk 3 Flashcards
(35 cards)
Aardbeving
schokkend of trillende beweging van gedeelte van aardkorst door werking van endogene krachten
aardkern
binnnenste van aarde
aardmantel
deel in binnenste aardbol tussen aardkorst en binnenkern
archipel
eilanden groep
basalt
stollingsgesteente ontstaat door snelle stolling van afkoeling lava
breuk
barst of scheur in aardkorst
caldeiravulkaan
oude vulkaan met grote kilometersbreedte krater door leeglopen van magmakamer waardoor dak is ingestord
continenteleplaat
plaat bestaat uit groot land opervlakte
continenteleplaat
plaat bestaat uit groot land opervlakte
convectiestroom
stroming van gestold gesteente onder aardkorst binnen in aarde
convergentie
het naar elkaar toe drijven van platen
divergentie
het uit elkaar drijven van platen
effusieve uitbarsting
rustige vulkaanuitbarsting
epicentrum
punt waar aardbeving aan oppervlakte komt
eruptie
vulkaanuitbarsting
explosieve uitbarsting
heftige vulkaanbarsting
graniet
stollinggesteente dat ontstaat door langzame afkoeling lava
hotspot
plaats aan aardoppervlak waar mantelpluim door aardkorst is gebroken
kraterpijp
verbinding tussen magmakamer van een vulkaan en de krater
lava
magma door de aardkorst naar buiten stroomt
magma
heet vloeibaar gesteente in aarde
mantelpluim
opstijgend magma vanaf een vaste plek in aardmantel
mediteriaan klimaat/ Middellandse zeeklimaat
klimaat met hete droge zomers en vochige zachte winters
naschok
aardbeving die uren dagen of weken na aardbeving op dezelfde plek plaatsvind