hoofdstuk 3 Flashcards
(67 cards)
het binnenste deel van de aarde waar warmte ontstaat
aardkern
het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken oceaanbodem en stukken continent
aardkorst
het deel van de aarde waar de aardkorst op drijft
aardmantel
het gedeelte van de mantel dat gedeeltelijk vloeibaar is en waar de lithosfeer overeen beweegt
asthenosfeer
stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in oceanische korst voorkomt
basalt
stroming van vloeibaar gesteente in de aardmantel ontstaan door de afgifte van warmte vanuit de aardkern
convectiestroom
de diepste plaatsen in de zeebodem die ontstaan waar oceanische korst onder andere korst wordt geduwd
diepzeetrog
stollingsgesteente dat ondergronds stolt
graniet
de aardkorst en bovenste deel van de aardmantel die samen als aardplaten bewegen
lithosfeer
een wereldwijd aaneengesloten ‘onderwatergebergte’ op de oceaanbodem ontstaan doordat oceanische korst uit elkaar drijft
midoceanische rug
het idee dat natuurlijke processen zoals ze tegenwoordig verlopen dat in het verleden op dezelfde wijze hebben gedaan
actualiteitsprincipe
de plaatgrenzen waarbij aardplaten naar elkaar bewegen
convergente plaatgrenzen
de plaatgrenzen waarbij aardplaten uit elkaar bewegen
divergente plaatgrenzen
het bewegen van de aardplaten
platentektoniek
het wegduiken van de oceaanbodem in de aardmantel
subductie
het enorme continent dat ongeveer 200 miljoen jaar geleden bestond uit alle huidige continenten samen
supercontinent Pangea
een grote cirkelvormige krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ingestort na het snel leeglopen van de magmakamer
caldera
een vulkaanuitbarsting die rustig verloopt
effusieve eruptie
een explosief verlopende uitbarsting van een vulkaan
explosieve eruptie
plek op aarde waar in de aardmantel pluimen van zeer heet magma omhoogkomen
hotspot
al het materiaal dat bij een vulkaanuitbarsting in de lucht wordt geslingerd, zoals lava, as en stenen
pyroklastica
een vulkaan die ontstaat doordat de dun vloeibare basaltische lava ‘rustig’ vanuit de krater uitstroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken
schildvulkaan
kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselend as- en lavalagen
stratovulkaan
barsten in het gesteente ontstaan door toenemende spanning
breuken