Hoofdstuk 3 Flashcards
(42 cards)
Sociale-tijdsdiagnose vraag
= 3de basisvraag vd sociologie
In welke maatschappij leven we thans?
=> Hoe is de hedendaagse maatschappij gestructureerd?
=> Hoe geven de gevonden kenmerken de levenstrajecten en -kansen mee vorm?
=> observeren en conceptueel definiëren van structuurkenmerken
=> Detecteren en analyseren van de structurele maatschappelijke verandering
Taakdifferentiatie
Arbeidsdeling
=> gevolg: gegeneraliseerde afhankelijkheid
Structuurkenmerk/ structureel kenmerk
En essentiële en duurzame eigenschap van een sociaal verband, zoals een samenleving, die licht werpt op haar globale functioneren en geordende karakter
Sociale differentiatie
Het bestaan van verschillen tussen sociale eenheden die aan de hand van een eenduidig principe kunnen worden gedefinieerd
=> structuurkenmerken
Verticale sociale differentiatie
De stratificatie van een samenleving in verschillende lagen die boven elkaar zijn gestapeld
=> ongelijke sociale eenheden
=> klassendifferentiatie, etnische differentiatie, geslachtsdifferentiatie
Horizontale sociale differentiatie
<-> stratificatie
<-> verticale sociale differentiatie
=> gelijke sociale eenheden
=> afhankelijkheidskettingen
Maatschappelijke functies
algemene opgaven waarvoor iedere samenleving zicht gesteld ziet
=> hoe maatschappij dit aanpakt = structuurkenmerk
Functionele differentiatie
Het uiteenvallen van de samenleving in relatief zelfstandige sociale eenheden die zich toeleggen op het vervullen van telkens één enkele maatschappelijke functie
= horizontale sociale differentiatie (gelijkwaardig)
functiesystemen
Functionele sub- of deelsystemen
Structurele verandering
Duurzame ontwikkeling of evolutie die gevolgen heeft voor het globale functioneren en de algemeen ordening van een sociaal verband.
‘Gemeinschaft’ Gemeenschap, versie Tönnies
een sociaal verband waarbinnen een grote onderlinge saamhorigheid of solidariteit bestaat op grond van een sterke wederzijdse affectieve betrokkenheid
- bloedgemeenschap
- plaatsgemeenschap
- geestesgemeenschap
verwijst naar een type samenleving waarin relaties en sociale structuren worden gekenmerkt door intimiteit, solidariteit en wederzijdse afhankelijkheid.
Dit model komt het meest voor in traditionele, rurale gemeenschappen en hechte sociale groepen zoals families en dorpsgemeenschappen.
‘Gesellschaft’ Maatschappij, versie Tönnies
Een berekend individualisme waarbij mensen uit eigenbelang ruilverhouding met andere aangaan contractgeregelde relaties
verwijst naar een rationeel-georganiseerde, formele samenleving waarin relaties gebaseerd zijn op individualisme en functionele belangen in plaats van persoonlijke banden.
Dit concept is typisch voor moderne, stedelijke samenlevingen en wordt gekenmerkt door abstractere, instrumentele relaties.
Doelrationeel handelen
De doordachte of berekende, planmatige omgang met middelen en hun gekende neveneffecten met het oog op het bereiken van een doel
= los van egoïstische, affectieve of traditionele motieven
Doelrationalisatie
Het handelen binnen de verschillende maatschappelijke deeldomeinen wordt almaar doelrationeler
=> taakdifferentiatie
Modernisering
Het modern worden van een voormoderne of traditionele samenleving
= verzamelnaam voor vele veranderingen
VWD: daling sterftecijfer + daling geboortecijfer, ingrijpen op vruchtbaarheid, scholarisatie
Moderniteit
Het geheel van structuurkenmerken dat een moderne samenleving en cultuur karakteriseert
veelvoudige moderniteit
Varianten van moderniteit
Ruimte van plaatsen (space of spaces)
Een geheel van gescheiden geografische plaatsen of territoria waarbinnen mensen met elkaar omgaan op basis van fysieke copresentie
Ruimte van stromen (Space of flows)
gelijktijdige verplaatsingen van de diverse componenten tussen uiteenlopende plaatsen
Crux van huidige financiële wereldmarkt
-Hypersensibel mondiaal netwerk (belang van digitale comm.)
- Globalisering + neoliberale deregulering: hiërarchische ontkoppeling tussen de financiële en de reële economie
- niets/niemand controleert de financiële wereldeconomie, maar iedereen voelt er de werking van
- beperkt zicht op gevolgen van eigen handelen -> kuddegedrag
Financialisering van de economie
De financiële waardebepaling van bedrijven heeft zich deels losgezongen van hun reële waardeproductie
functioneel gedifferentieerde globalisering
Globalisering is een meervoudig proces, omdat het zich afspeelt binnen de voorheen al bestaande matrix van functionele differentiatie
=> migratiebewegingen
=> ontkoppelen van territiorialiteit en sociabiliteit, fysiek en temporeel samenzijn
VWD: Lingua Franca ‘global english’
culturele homogenisering
De uitvlakking van culturele verschillen door de globale distributie en receptie van dezelfde cultuuruiting (bv. taal)
=> cult. imperialisme
Globalisering, versie ‘links’
een mondiaal systeem met een westers centrum en een uitgebreide periferie dat tot op een zekere hoogte de vroegere koloniale verhoudingen continueert