Hoofdstuk 3, 4, 5 Flashcards

(30 cards)

1
Q

welke 2 soorten rechtshandelingen zijn er?

A
  • eenzijdige rechtshandeling: 1 persoon betrokken

- meerzijdige rechtshandeling: meerdere personen betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil tussen een gerichte en een ongerichte rechtshandeling?

A

een gerichte rechtshandeling is specifiek gericht op 1 of meerdere personen. de ongerichte rechtshandeling is niet gericht tot bepaalde personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het verschil tussen een wederkerige en eenzijdige overeenkomst?

A

bij een wederkerige overeenkomst ontstaan er voor alle partijen verbintenissen (de een betaald de ander levert)
bij eenzijdige overeenkomsten hoeft slechts 1 persoon te presteren (schenking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe komt een rechtshandeling tot stand ?

A

door verklaring en wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kan er een rechtshandeling ontstaan met een wilsontbreken?

A

ja, maar alleen door gerechtvaardigd/ opgewerkt vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke wilsontbreken zijn er?

A
  • geestelijke stoornis: dit moet bewezen kunnen worden en er moet een verband zijn tussen de geestelijke stoornis en de verklaring
  • handelingsonbekwaamheid (minderjarig of onder curatele)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verschil tussen wilsontbreken en wilsgebreken?

A

bij wilsgebreken is de wil er niet, bij wilsgebreken is de wil er wel, alleen is die op een onzuivere manier ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke wilsgebreken zijn er?

A
  • bedreiging: bedreiging met enig nadeel
  • bedrog: opzettelijke misleiding
  • misbruik van omstandigheden: bijzondere omstandigheden zoals noodtoestand
  • dwaling: bij een juiste veronderstelling van zaken zou de overheenkomst niet zijn gesloten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het verschil tussen een nietige en vernietigbare rechtshandeling?

A

een nietige rechtshandeling is nooit rechtsgeldig geweest, een vernietigbare rechtshandeling is wel rechtsgeldig tot dat het wordt vernietigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke rechtshandelingen zijn nietig?

A
  • handelingsonbekwaam: minderjarig, onder curatele (alleen bij eenzijdige ongerichte rechtshandelingen)
  • handelingsonbevoegd: bepaalde personen mogen bepaalde rechtshandelingen niet verrichten
  • in strijd met de wet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke rechtshandelingen zijn vernietigbaar?

A
  • handelingsonbekwaam
  • geesteijkelijke stoornis
  • alle wilsgebreken
  • paulina
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is paulina?

A

als de schuldeiser is benadeeld door de schuldenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is partiële nietigheid?

A

een klein gedeelte van de overeenkomst is nietig, het overige deel niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is conversie?

A

een nietige/ vernietigbare rechtshandeling wordt omgezet in een rechtgeldende rechtshandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is bekrachtiging van een overeenkomst?

A

een nietige rechtshandeling kan rechtgevend worden als er alsnog wordt voldaan aan de vereisten voor een geldige rechtshandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is volmacht?

A

bevoegdheid die de volmachtgever geeft aan de gevolmachtigde om in zijn naam rechtshandelingen met de wederpartij te verrichten

17
Q

wat is het verschil tussen algemene volmacht en bijzondere volmacht?

A
  • algemene volmacht is dat de gevolmachtigde de bevoegdheid heeft om alle rechtshandelingen uit te voeren
  • bijzondere volmacht is dat de gevolmachtigde bepaalde rechtshandelingen mag verrichten
18
Q

wat zijn de drie voorwaarden voor een volmacht?

A
  • bevoegdheid
  • in naam van
  • rechtshandelingen verrichten
19
Q

hoe einijd een volmacht?

A

dood, herroeping of opzegging

20
Q

wat is een machtiging?

A

verklaring waarin de bevoegdheid tot volmacht wordt verleent

21
Q

wat is selbsteintritt?

A

tussenpersoon treedt zoveel op als gevolmachtigde als wederpartij –> hierdoor ontstaan vaak tegengestelde belangen

22
Q

wat is het verschil tussen eigenaar, bezitter en houder?

A
  • eigenaar: rechthebbende
  • bezitter: heeft het goed in het bezit en oefent de feitelijke macht over het goed uit. hij doet alsof hij de eigenaar is.
  • houder: voert feitelijke macht over het goed uit voor een ander. er bestaat een rechtsverhouding tussen houder en eigenaar. de houder doet niet alsof hij de eigenaar is.
23
Q

wat is overdracht?

A

overgang van een goed van het vermogen van de ene rechtspersoon naar de andere rechtspersoon

24
Q

wat is levering?

A

wijze van overdracht

25
wat zijn de vereisten voor overdracht?
- beschikkingsbevoegd - geldige titel - levering
26
op welke 4 manieren kan er geleverd worden?
- feitelijke overhandiging: vervreemder heeft de zaak nog - traditio brevi manu: verkrijger heeft de te leveren zaak al - traditio longa manu: een derde partij heeft de te leveren zaak - constitumum possessoruim: vervreemder blijft de zaak onder zich houder door afspraken met de verkrijger
27
wat is levering onder eigendomsbehoud?
eigendom wordt pas overgedragen zodra er betaald is
28
wat zijn de voorwaarden voor derdenbeacherming?
- overdracht is anders dan om niet | - ter goeder trouw
29
wat is wegwijsplicht?
dierenbescherming: verkrijger moet alle info geven om de vervreemder te achterhalen
30
wat is revindicatie?
eigenaar kan zijn zaak opeisen als hij de macht over zijn zaak kwijtraakt aan een ander