hoofdstuk 3: het sociale zelf Flashcards

(12 cards)

1
Q

in welke twee facetten kunnen we het sociale zelf onderverdelen? :

A
  • zelfconcept (mij): alle kennis die we over onszelf hebben
  • de actor, de sturende zelf (ik): heeft het stuur in handen van hoe ons leven eruit ziet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom staat het sturende zelf niet los van het zelfconcept?

A

omdat het ‘ik’ bepalend is voor hoe we het ‘mij’ bekijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat kan het spiegelonderzoek van gallup zeggen over ‘het zelf’

A

doordat we ons zelf herkennen in de spiegel als kind w er een eerste indruk gevormd van het bestaan van het zelf. het zelf moet ingevuld w en sociale relaties zijn hiervoor belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat besluit colley met zijn looking glass self experiment?

A

mensen zien zichzelf door de ogen v anderen die fungeren als spiegels waarin ze zichzelf herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn zelfschema’s?

A

mentale structuren die we hanteren om zelfrelevante kennis te organiseren en de infoverwerking ervan te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het zelfreferentie effect?

A

informatie gerelateerd aan het zelf w grondiger en dieper verwerkt waardoor deze beter onthouden w dan andere info.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat bedoeld Wilson met de gereedschapskist?

A

onbewuste zelf is eerder als een handige gereedschapskist waarmee we allerlei taken als vanzelf handelen, tal van processen die onbewust in onze hersenen afspelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is zelfregulatie?

A

de intentionele poging om gedachten, gevoelens en gedrag te controleren en eventueel te veranderen aan de hand van interne standaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zelfdiscrepantietheorie

A

legt het verband tussen discrepanties tussen zelfconcept en zelfgidsen. wanneer er een groot verschil is tussen onze ought self en onze ideale zelf kan dit leiden tot een lage zelfwaarde en negatieve gevoelens. de vele aandacht die we op onszelf richten leidt tot zien van discrepanties en negatieve emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zelfbewustzijnstheorie

A

zelfbewustzijn confronteert ons met onze beperkingen, oplossingen hiervoor zijn: zelfdiscrepanties verminderen door gedrag aan te passen, en zelfbewustzijn vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beperkingen van zelfregulatie?

A

alle inspanningen tot zelfcontrole putten uit hetzelfde reservoir, vergt mentale energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

introspectie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly