Hoofdstuk 3: Napoleon held of schurk ?

Question 1

Begrippen
:Collectieve herinnering

Answer 1

Als alle mensen binnen een sociale groep , zelfs degenen die het zelf niet hebben meegemaakt . Ongeveer hetzelfde verhaal vertellen.

Question 2

Begrippen
: Staatsgreep

Answer 2

is de illegale afzetting van een regering, meestal door een kleine groep (bv de leger) van een instelling van de bestaande staat .om de afgezette regering te vervangen door een andere instelling; hetzij burgerlijk, hetzij militair.

Question 3

Begrippen
:Consulaat

Answer 3

Een consulaat vertegenwoordigt een land in een ander land, ten behoeve van de onderdanen in het land van vestiging.

Question 4

Begrippen
:Repressie

Answer 4

wat bedoeld is om het verzet of opstand te onderdrukken .

Question 5

Begrippen
:Propaganda

Answer 5

is een vorm van massacommunicatie, die als doel heeft de publieke opinie of het gedrag van mensen te beïnvloeden.

Question 6

Begrippen
:Censuur

Answer 6

toezicht van een overheid of kerk op voor publicatie bestemde teksten, films, voorstellingen enz., met de mogelijkheid om die te verbieden of er delen uit te schrappen.

Question 7

Begrippen
: Satellietstaat

Answer 7

Een satellietstaat is een land dat formeel onafhankelijk is, maar in feite gedomineerd wordt door een ander land.

Question 8

Begrippen
:Handelsembargo

Answer 8

economisch politiek verbod op handel met een specifiek land.

Question 9

Begrippen
:Economische boycotten

Answer 9

Boycots roepen meestal op producten van een bepaald bedrijf niet te kopen.

Question 10

Begrippen
:Burgerlijke wetboek(code civil)

Answer 10

het Franse burgerlijk wetboek.

Question 11

Begrippen
:Burgerlijke stand

Answer 11

maakt akten (officiële documenten) op van belangrijke gebeurtenissen in uw leven.

Question 12

Begrippen
:Concordaat

Answer 12

verdrag dat wordt gesloten tussen de kerk, en de bestuurders van een land om de wederzijdse betrekkingen tussen kerk en staat te regelen.

Question 13

Hoe kwam Napoleon aan de macht in Frankrijk ?

Answer 13

In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde. In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.

Question 14

Hoe camoufleert Napoleon zijn macht ?

Answer 14

Om indruk te geven dat de macht verdeeld is benoemt hij nog twee andere consuls en vier parlementen . Die ‘ wetgevende ‘ instellingen ‘mogen geen wetvoorstellen doen, maar enkel zijn wet voorstellen goed of af keuren. Want hij is in feite een alleenheerser.

Question 15

Geef drie verklaringen voor het binnenlandse succes van napoleon .

Answer 15

1) door de vrede terug te brengen
2) de bevolking manipuleren
3) hij staakt de oorlog in zijn eigen land

Question 16

De machtsverhouding tussen napoleon en de paus beschrijven .

Answer 16

Hij sluit een coördinaat met de paus zodat de katholieken opnieuw hun godsdienst konden uitoefenen. Maar in ruil kroonde Napoleon zichzelf tot keizer.

Question 17

Twee manieren van repressie geven

Answer 17

1) Hij spoort mogelijke politieke radicale revolutionairen en royalisten op en schakelt ze uit .
2) censuur maakt critici van zijn bewind monddood.

Question 18

De belangrijkste gebeurtenissen van de binnen en buitenlandse politiek uit de regeerperiode in tijd en ruimte situeren.

Answer 18

1) Tijd: 1804 Gebeurtenis: keizerskroning

2) Tijd: 1805 Gebeurtenis: Trafalgar

3) Tijd: 1806 Gebeurtenis: continentale blokkade

4) Tijd: 1812 Gebeurtenis: veldtocht Rusland

5) Tijd: 1813 Gebeurtenis: volkerenslag leipzig

6) Tijd: 1814 Gebeurtenis: Elba

7) Tijd: 1815 Gebeurtenis: Waterloo

Question 19

Twee fases in zijn bestuur opnoemen , vergelijken en beschrijven.

Answer 19

In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde. In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.

Question 20

alliantie

Answer 20

hier: bondgenootschap ; een verdrag gesloten tussen
landen sterker te staan en samen te strijden
om een vijand te verslaan.

Question 20

royalist:

Answer 20

voorstander van de
monarchie, de koninklijke familie

Question 20

oppositie

Answer 20

mensen die het niet eens zijn met de regering
van het land, met de leider van dat land. Ook:
partijen die samen een minderheid vormen in het parlement;
zij beoordelen vooral de ministers kritisch
houd ze ter verantwoording.

Question 20

referendum

Answer 20

synoniem: volksraadpleging; de burgers
wordt een vraag gesteld over een (politieke)
kwestie waarop zij moeten antwoorden
Ja of nee.

Question 21

arrondissement:

Answer 21

administratief en gerechtelijk deel van de
land, dat een aantal kantons omvat

Question 21

atheïst:

Answer 21

iemand die niet religieus is

Question 21

kanton:

Answer 21

administratief en gerechtelijk deel van het land, dat
omvat een aantal gemeenten

Question 21

continentaal:

Answer 21

verwijst naar een continent

Question 22

departement:

Answer 22

administratief en gerechtelijk deel van het land,
waartoe een aantal districten behoren

Question 23

Directoire:

Answer 23

regeringsvorm tijdens de derde fase van
de Franse revolutie. Een aantal directeuren vormen de
Raad van bestuur. Ze behoren tot de rijke burgerij.