Hoofdstuk 3: USSR en het wereldcommunisme Flashcards

1
Q

Wat waren de drie opposities tegen absolute regime van Tsaar Nicolas II? (3)

A

1) Kaddenpartij = Constitutioneel - Democratisch Partij
2) Nationalisten = Anti-Westelijken
3) marxisten / socialisten
- Menseviki => Alexander Keverski
- Bolsjeviki => Lenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar en in welk gebouw vonden de drie opposities plaats?

A

St. Petersburg en in een Staatsdoema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Staatsdoema?

A

Russische Parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was het tsaristisch RU?

A

Dit was een merkwaardig land waar humanisme en verlichting voorbij was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat waren de Proletarische opstanden?

A

Stakingen en rellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat waren de oorzaken van Proletarische opstanden? (4)

A

1) armoede en sociaal onrecht
2) Rusland = oorlogsmoe / Tsaar => leed nederlaag na nederlaag
3) Tsaar => slecht leger + land
4) Tsaristische hof => ivoren toren (geen contact met gewone mensen) + schandaalsfeer (Raspoetin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie is Raspoetin?

A
  • wondergenezer
  • Edellieden gaan hem vermoorden (Prins Youssopoff)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1) Hoe is de Tsaar?
2) Hoe is de familie van de Tsaar?
3) Waardoor is er een oorlog ontstaan?

A

1) competent
2) inteelt
3) daling van populariteit $

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Trotski
1) echte naam
2) wie was hij?

A

1) Levi Dardosstsj Branstern
2) Sovjet-politicus en eerste leider van het Rode leger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stalin
1) 2 namen
2) wie was hij?
3) wie was zijn vader?

A

1) Lenin en Jospic Djoegasvilii
2) Sovjet Politicus + had in 1920 een dictoriale macht in de USSR
3) Assisten Tsarenrijk (Besarion Jughashvili)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

1) Waarom moet de Tsaar in maart 1917 aftreden?
2) Hoe heet dit?
3) Wat deden de Mensjeviki?
4) olv van?

A

1) na schandelen en hevige rellen
2) Februari-revolutie
3) Ze vormden een voorlopige, democratische coalatieregering.
4) Kerenski (voormalige premier RU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1) Wat doen de Bolsjeviki op 7 november 1917?
2) Hoe heet dit?
3) Waarvoor stond deze regering bekend?
4) olv van?

A

1-2) Ze werpen de coalitieregering (= samenwerking van twee of meerdere regeringen) omver
(= Oktoberrevolutie)
Vervolgens installeren ze ‘Radenregering’ (= Radensysteem)
3) meest democratische regering die mogelijk was
4) Lenin en Trotski

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Problemen van Lenin (1917 - 1924)
(4)

A

1) Burgeroorlog Roden en Witten (= alle nt Bolsjevieken => Tsaristen, Republieken)
2) Buitenlandse interventie => gevaar (Rode gevaar)
3) Versailles => vernedering / Tsarenrijk => verlies stukken
4) politieke en economische chaos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly