hoofdstuk 3 week 1 Flashcards
(45 cards)
functie neuronen
verwerken informatie, aantal verbindingen tussen neuronen is vele male groter dan het aantal neuronen zelf.
functie gliacellen
neuronen ondersteunen: geven steun, voedingstoffen en bescherming
belangrijkste reden waarom mensen intelligent gedrag vertonen
de mens bevat de grootste hoeveelheid neuronen in de hersenschors. 82%
3 basisstructuren neuron van boven naar beneden
dendrieten, cellichaam, axon
dendrieten
takken van een neuron: verzamelen informatie van andere neuronen. input
cellichaam/ soma
de kern, regelt het integreren van informatie. integratie
verhoudingen neuron
1 axon, vele dendrieten
axon
geeft informatie door aan andere neuronen, output
wat doen neuronen
verwerven, interpreteren en geven de informatie door aan andere neuronen
neuraal netwerk
functionele groep neuronen die gebieden van de hersenen met de wervelkolom verbindt
structuur dendrieten
ruwe structuur, met knobbels
functie dendritische steeksels
uitsteeksels die het oppervlak van dendrieten vergroten. het punt waar de dendriet contact maakt met het axon van een andere cel.
waar begint de axon
de axon begint aan het einde van het cellichaam op een punt dat de axonheuvel wordt genoemd. hier wordt output gegenereerd
telodendrionen
onderste uiteinde van het axon kan zich splitsen in verschillende kleinere takken en die noem je telodendrionen
eindvoet
een knop die zich aan het einde van elke telodendrion bevindt. de eindvoet ligt dicht bij een andere dendriet of een ander deel van een cel, maar raakt deze niet.
synaps
de bijna- verbinding, omvat het gebied vanaf het einde van de eindvoet tot een aangrenzende dendriet. de synaps vormt de informatiedrager tussen neuronen
3 soorten neuronen
sensorisch, motorisch, interneuronen
sensorische neuronen
afferent, inkomend: brengen info van zintuigelijke receptoren in het lichaam naar ruggenmerg en hersenen. lange dendrieten die zich buiten czs bevinden. het cellichaam bevindt zich in het achterwortelganglion, dichtbij het ruggenmerg. hun axon bevindt zich in het czs en stuurt informatie via het ruggenmerg naar de hersenen. in de ogen heeft een bipolair neuron een korte dendriet en een kort axon
interneuronen
integreren sensorische en motorische informatie in het czs. algemeen korte dendrieten en korten axonen volledig binnen czs.
voorbeelden interneuronen
piramidecellen (brengen info van de cortex naar rest van het czs) en purkinjecellen (brengen informatie van cerebellum naar rest van czs)
motorische neuronen
efferent, uitgaand. brengen informatie van de lagere hersenstam en het ruggenmerg naar de spieren van het lichaam. hebben een uitgebreid netwerk van korte dendrieten in het czs, grote cellichamen in het czs en lange axonen buiten czs. alle efferente neurale informatie passeert de motorneuronen om spieren te bereiken
5 soorten glia cellen
schwann cell, ependymale cellen, astrocyten, microglia, oligodendroglia
ependymale cellen
steuncellen in de hersenen en het ruggenmerg. ze vormen een dun laagje dat de holtes in de hersenen en het ruggenmerg bekleedt. helpt bij het maken en rond laten stromen van hersenvocht
functies csf
schokdemper, transporteert afvalstoffen, helpt hersenen een constante temperatuur te handhaven en is een bron van voedingsstoffen