Hoofdstuk 4 Flashcards

(6 cards)

1
Q

Significantie

A

zegt iets over de nauwkeurigheid van de meeting.
Tel her aantal cijfers waaruit de meting bestaat. Bij een kommagetal tellen de nullen VOOR het getal niet mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

meetwaarden

A

Waarden, getallen, die afkomstig zijn van een meeting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

telwaarden

A

waarden, getallen, doe oneindig nauwkeurig zijn. Dit zijn dingen die je kunt tellen. Altijd gehele getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wetenschappelijke notatie

A

3500 met 2 significante cijfer
3,5 x 10*3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

optellen en aftrekken

A

je antwoord heeft evenveel cijfers achter de komma als het getal met het kleinste aantal cijfers achter de komma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly