Hoofdstuk 4 Flashcards
(84 cards)
1
Q
Wat doe je voor werk?
A
¿A qué te dedicas?
2
Q
Kom je hier vandaan?
A
¿Eres de aquí?
3
Q
Komen jullie hier vandaan?
A
¿Sois de aquí?
4
Q
Soms is het moeilijk.
A
A veces es difícil.
5
Q
Zo is het.
A
Así es.
6
Q
We helpen de mensen.
A
Ayudamos a la gente.
7
Q
We delen een appartement.
A
Compartimos un piso.
8
Q
Ik schrijf artikelen over …
A
Escribo artículos sobre …
9
Q
Ik ben gepensioneerd.
A
Estoy jubilado/a.
10
Q
Ik kan het me niet herinneren.
A
No me acuerdo.
11
Q
Nee, we komen hier niet vandaan.
A
No, no somos de aquí.
12
Q
Ze wonen bij elkaar.
A
Viven juntos.
13
Q
Ik betaal meer.
A
Yo pago más.
14
Q
om negen uur ’s avonds
A
a las nueve de la noche
15
Q
openen
A
abrir
16
Q
de makelaar
A
agente inmobiliario, el/la
17
Q
iemand
A
alguien
18
Q
daar
A
allí
19
Q
leren
A
aprender
20
Q
hier
A
aquí
21
Q
het fijne zand
A
arena fina, la
22
Q
dansen
A
bailar
23
Q
de badgast
A
bañista, el/la
24
Q
best goed
A
bastante bien
25
de blogger
bloguero/a, el/la
26
een broodje kaas
bocadillo de queso, un
27
elke dag
cada día
28
de zanger/zangeres
cantante, el/la
29
zingen
cantar
30
de hoofdstad
capital, la
31
bijna alles
casi todo
32
bijna allemaal
casi todos
33
de kok/kokkin
cocinero/a, el/la
34
delen
compartir
35
kopen
comprar
36
begrijpen
comprender
37
een e-mail
correo electrónico, un
38
van mei tot oktober
de mayo a octubre
39
wensen
desear
40
de elektriciën
electricista, el/la
41
bij de bakker
en la panadería
42
op het strand
en la playa
43
bij een bank
en un banco
44
in de zomer
en verano
45
luisteren (naar)
escuchar
46
de student
estudiante, el/la
47
een feest
fiesta, una
48
de directeur/directrice
gerente, el/la
49
spreken
hablar
50
de ict-er
informático/a, el/la
51
de gasten
invitados, los
52
lezen
leer
53
schoonmaken
limpiar
54
de masseur/masseuse
masajista, el/la
55
de arts
médico/a, el/la
56
mijn ouders, mijn vaders
mis padres
57
een kind dat is verdwaald
niño perdido, un
58
andere talen
otros idiomas
59
betalen
pagar
60
de journalist/journaliste
periodista, el/la
61
de hond
perro, el
62
een kwallenbeet
picadura de medusa, una
63
de leraar/lerares
profesor/a, el/la
64
de provincie
provincia, la
65
de receptionist/receptioniste
recepcionista, el/la
66
de toeristische sector
sector turístico, el
67
zijn
ser
68
vooral
sobre todo
69
de strandwacht
socorrista, el/la
70
zo interessant
tan interesante
71
een terras
una terraza
72
een kledingzaak
tienda de ropa, una
73
het hele jaar
todo el año
74
nemen
tomar
75
werken
trabajar
76
dankbaar werk
trabajo muy gratificante, un
77
de buitenlandse toeristen
turistas extranjeros, los
78
verkopen
vender
79
reizen
viajar
80
wonen
vivir
81
met de bus
en autobús
82
op de fiets
en bici
83
met de auto
en coche
84
met de trein
en tren
