Hoofdstuk 4 - Seksuele anatomie Flashcards

(94 cards)

1
Q

alle externe vrouwlijke organen samen

A

vulva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

extern bolletje weefsel in de vaginale opening en de urethrale opening

A

topje (tip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bestaat uit twee corpora cavernosa, een
erectiel weefsel wat zich vult met bloed waardoor het
vergroot

A

schacht (shaft)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bestaat uit twee langere sponsachtige lichamen die diep in het lichaam liggen en lopen van
het topje tot beide kanten van de vagina.

A

crura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vetweefsel onder het schaamhaar

A

mons pubis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

afgeronde stukjes vetweefsel die langs
beide kanten van de vaginale opening zitten, bedekt met schaamhaar

A

buitenste schaamlippen (labia majora)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

afgeronde stukjes vetweefsel die langsbeide kanten van de vaginale opening zitten, bedekt met schaamhaar

A

binnenste schaamlippen (labia minora)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

twee kleine klieren aan iedere kant van de vaginale
ingang

A

klieren van Bartholin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

huid tussen de vaginale ingang en anus

A

perineum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vaginale ingang

A

introitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

buis waardoor urine van de blaas het lichaam verlaat

A

urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een dun open membraan dat, indien aanwezig, een deel van de vaginale opening bedekt. In de introitus zitten de restjes van het …, dat is voor gynaecologen is het de grens tussen buitenste en binnenste anatomie

A

hymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een spier rond de vaginale ingang die wordt
uitgerekt tijdens de seks

A

pubococcygeus spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

erectielweefsel onder de binnenste lippen
van vagina

A

Vestibulaire bollen (clitorale bollen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klier in de voorwand van de vagina met
buisjes die uitmonden in de urinebuis. Sommige vrouwen scheiden een vloeistof uit die biochemisch gezien gelijk is aan mannelijk prostaatvocht. Dit komt door stimulatie van de zogenoemde G-spot, al is het maar de vraag of die echt bestaat en of iedere vrouw die heeft

A

skene klier (vrouwelijk prostaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het orgaan waarin de foetus zich ontwikkelt

A

baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het onderste deel van de baarmoeder wat opent in de vagina

A

baarmoederhals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

baarmoeder heeft 3 lagen:

A

endometrium, myometrium, perimetrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

binnenste laag slijmvlies waarin een embryo zich kan
nestelen. Deze laag wordt afgescheiden tijdens menstruatie, wat zorgt voor menstruele afscheiding

A

endometrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een gespierde maar zeer elastische middenlaag, die,
krachtige samentrekkingen veroorzaakt tijdens bevalling en orgasme

A

myometrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gladde uitwendige gladde laag van de baarmoeder

A

perimetrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de buizen die van de baarmoeder naar de
eierstokken gaan. Dit is de weg waarlangs de eicel naar de baarmoeder reist, en waar het sperma de eicel bereikt

A

eileiders (fallopian tubes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

eileiders zijn bedekt met haartjes genaamd …

A

cilia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

waar vindt bevruchting plaats

A

het gedeelte dat het dichtst bij de eierstok bevindt: infundibulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een vingerachtig uitsteeksel die zich uitstrekken naar de eierstok om zo het eitje op te vangen
fimbriae
26
twee organen met ongeveer de grootte en vorm van ongeschilde amandelen, liggend aan beide kanten van de baarmoeder
ovaria / eierstokken
27
functie ovaria / eierstokken
bevatten eitjes (ova) en produceren de sekshormonen oestrogeen en progesteron. ze bevatten talloze follikers
28
donkere gebied rondom de tepel
areola / tepelhof
29
de gedeeltelijke of totale verwijdering van de glans van de clitoris
clitoridectomy
30
verwijderen van de clitoris en binnenste schaamlippen
excision
31
verwijderen van de clitoris, binnenste schaamlippen en deel van de buitenste schaamlippen. Ook worden de open randen van de buitenste schaamlippen samengenaaid, waardoor er slechts een heel smalle opening overblijft voor de uitscheiding van urine en menstruale vloeistof
infibulation
32
4 gevolgen van female genital cutting (FGC)
* Hemorrhaging (verlies van veel bloed): leidt tot shock of zelfs dood. * Door onhygienische omstandigheden kunnen tetanus, andere infecties, herpes, bacteriële vaginose, HIV en hepatitis B overgedragen worden. * Urineweginfecties: doordat het meisje de plas inhoudt door de pijn. * Pijnlijke seks: doordat de man een opening moet forceren of het weefsel moet openknippen. * Ernstige complicaties tijdens de bevalling.
33
topje aan het einde van de penis
glans
34
opening aan het einde van de glans waar sperma en urine doorheen gaat
Meatus/ urethrale opening
35
grootste gedeelte van de penis
schacht
36
openstaande rand die de eikel scheidt van de rest van de penis
corona
37
laag die de eikel bedekt, ontbreekt bij besneden penissen
voorhuid
38
twee dorsale kolommen van erectiel weefsel die parallel lopen aan de urethra, omwikkeld met bindweefsel en bedekt met huid
corpora cavernosa
39
middellijn ventrale kolom van erectiel weefsel die om de urethra heen zit, en een stukje aan de eikel
corpus spongiosum
40
een zak van oppervlakkige fascia van de huid die buiten de buikholte hangt Het bevat gepaarde testikels gescheiden door een tussenschot in het midden. De testikels hangen buiten het lichaam, waardoor ze 3ºC lager zijn dan de lichaamstemperatuur. Dit is goed voor het sperma
scortum
41
spierlaag aan de buitenkant die ervoor zorgt dat de spieren samentrekken, de huid gaat rimpelen en de ballen naar binnen getrokken worden, als het koud wordt
dartos spier
42
spierlaag rondom de testikel die in verbinding staat met de buik en liezen, waardoor de testikels kunnen zakken en stijgen om ze op temperatuur te houden
cremaster spier
43
gonaden/ voortplantingsklieren van de man
testikels
44
verbindingsstuk testikel en bijbal
rete testis
45
produceren testosteron, gelegen tussen de zaadleiders
leider cellen
46
zaadleiders
seminiferous tubules
47
hier bevindt zich de opslag- en rijpingsruimte voor het sperma
epididymis / bijbal
48
3 functies van de epididymis / bijbal
֍ Absorberen van testiculaire vloeistof. ֍ Voedingsstoffen doorgeven aan sperma. ֍ Cellen worden zo gemaakt dat ze goed kunnen bewegen (peristaltiek).
49
hoelang duurt het hele sperma proces
74 dagen
50
hoelang kan sperma in het vrouwelijke voortplantingskanaal leven
48 uur
51
waar wordt sperma geproduceerd
in de zaadleiders (seminiferous tubulus)
52
welke cellen ondersteunen en voeden de groeiende zaadcellen
sertoli-cellen
53
via wat gaan de sperma cellen van de sertoli-cellen naar de epididymis
de rete testes
54
waar wordt sperma maximaal 6 weken opgeslagen
epididymis
55
weg van sperma tijdens ejaculatie
Het begin van een ejaculatie start bij contracties in de testes → epididymis → zaadleider (= seminiferous tubules) → ductus deferens → langs de blaas → over urethra → zaadblaas → via prostaat naar binnen → langs de sluitspier via urethra naar buiten
56
sperma deel dat DNA en helmvormig acrosoom bevat
kopje
57
spermadeel dat mitochondriën bevat voor energie
middenstuk
58
spermadeel met flagellum om te zwemmen
staart
59
bevinden zich op de achterste blaaswand en scheiden 60-75% van het zaadvolume af
zaadblaasjes
60
spermavocht / seminal fluid bestaat uit:
fructose, fibrinogeen, prostaglandines
61
levert energie voor het sperma
fructose
62
helpt sperma te veranderen in een bolus die gemakkelijk in de vagina kan worden gestuwd
fibrinogeen
63
verminderen de viscositeit van het baarmoederhalsslijm en stimuleren de omgekeerde peristaltiek van de baarmoeder
prostaglandines
64
welke chronische ziekte veroorzaakt vaak erectieproblemen
diabetes
65
veroorzaker van baarmoederhalskanker
HPV
66
virussen die wratten veroorzaken
HPV1
67
virussen die genitale wratten kunnen veroorzaken
LrHPV/ Laag risico HPV (HPV6, HPV11)
68
virussen die kanker kunnen veroorzaken
HrHPV/ Hoog risico HPV (HPV16, HPV18)
69
risicofactoren HPV
verzwakt immuunsysteem en aantal bedpartners
70
behandeling HPV: extreem koude temperaturen vernietigt abnormale cellen van het baarmoederhalsweefsel
Cryotherapie (pre-kanker/ vroeg stadium)
71
chirurgische verwijdering van een segment van de baarmoederhals
Cone biopsy (pre-kanker/ vroeg stadium)
72
verwijdering van de baarmoeder
hysterectomy (kanker)
73
kanker op het slijmvlies van de baarmoeder, waarbij een symptoom is dat je bloedingen hebt op andere momenten dan de menstruatie, of na de menopauze
endometriale kanker
74
behandeling endometriale kanker
hysterectomie (verwijdering baarmoeder), bestraling of chemotherapie
75
groot risicofactor voor borstkanker bij mannen
gebruik van steroïde
76
3 soorten borstkanker
cystes, fibroadenomas, kwaadaardige tumoren
77
borst wordt tussen twee platen gelegd en onderzocht op knobbeltjes
mammogram
78
kleine klieren onder de voorhuid die smegma produceren
Tysons klieren
79
snee in de lengte van de voorhuid, maar de voorhuid blijft verder intact
supercision
80
snee in de lagere kant van de penis in de gehele lengte
subincision
81
enige definitieve manier op borstkanker vast te stellen
biopsy
82
met een holle naald wordt een stukje weefsel uit de borst gehaald
biopsy
83
met een naald wordt in de borst: als het gewoon een cyste is komt het vloeistof eruit, anders is het een fibroadenoma of kwaadaardige tumor
needle aspiration
84
2 soorten trauma bij borstkanker
- door erachter te komen - door operatie en evt. amputatie
85
verwijdering van de gehele borst
mastectomy
86
borstsparend; tumor wordt verwijderd
lumpectomy
87
komt minder vaak voor, maar is meest voorkomende vorm van kanker in mannen tussen leeftijd 29 en 35
testeskanker
88
suggereert dat algemene responses, waaronder een orgasme, een reflex is
quantum model of sex
89
twee drempelwaarden volgens quantum model of sex
opwinding en orgasme
90
drie factoren die de drempelwaarden volgens quantum model of sex beinvloeden
* Het lichaam geeft seksuele prikkels door en reageert erop. ֍ Mensen verschillen van elkaar wat betreft hun drempelwaarde. ֍ Andere factoren kunnen de drempel tijdelijk veranderen. * Seksuele prikkels; het moet plezierig genoeg zijn om een drempelwaarde te bereiken. ֍ Zintuigen, fantasieën, herinneringen die aangenaam moeten zijn. * Mentale factoren/ instelling: gedachten, gevoelens/emoties.
91
plak/ ontsteking op het corpus cavernosum. Zorgt voor pijn op de penis en verkromming. Medicatie kan het tegengaan of anders een operatie
ziekte van (morbus) peyronie
92
aangeboren kromming in de penis
congenitale kromming
93
interne urethrale sluitspier trekt niet samen, sperma kan in de blaas komen. Is niet schadelijk, maar kan de vruchtbaarheid verminderen
retrograde ejaculatie
94
waardoor kan retrograde ejaculatie ontstaan
֍ Prostaat operatie. ֍ Medicatie: alpha blokkers zorgen ervoor dat de blaashals ontspannen raakt. ֍ Operaties in de buik: bij balkankerpatiënten worden langs de grote vaten, de zenuwen van de blaashals ontspannen.