Hoofdstuk 4: Spraakaudiometrie Flashcards
(23 cards)
doelen spraakaudiometrie
- spraakklanken kunnen onderscheiden
- functioneren in dagelijkse leven
- plaats van het letsel
- controle op tonale audiogram
- medico-legale situaties (bv simulant)
- mate van sociale handicap
- nut van therapeutische procedures
redundantie
het deel van een boodschap dat weggelaten kan worden zonder dat er informatie verloren gaat
- > extrinsiek: vervat in taal zelf
- > intrinsiek: geheugen en centraal auditief stelsel
fonemische regressie
het verminderen van de verstaanbaarheid waarbij men toch een relatief normaal gehoor heeft
linguïstische kenmerken
- > bepalen moeilijkheidsgraad spraakverstaan
- redundantie
- vocabularium en woordbekendheid
- gesloten versus open spraakset
Leuven Intelligibility Number Test (LINT)
getallen van 1-100 ingesproken door 2 vrouwen + 2 mannen
- > per lijst komt een tiental 1 keer voor
- > niet meer dan 1 eenheid per lijst
Brugse lijst
20 deellijsten van 17 éénlettergrepige CVC woorden
-> foneemscore
NVA-lijst
-> geen ruis
= Nederlandse Vereniging voor Audiologie
15 deellijsten van 11 éénlettergrepige CVC woorden
-> foneemscore
-> elke lijst heeft aanloopwoord
BLU-lijst
-> geen ruis
= Brugge - Leuven - Utrecht
15 deellijsten van 10 tweelettergrepige CVCCVC woorden
-> woordscore (juist/fout)
Leuven Intelligibility Sentence Test (LIST)
-> geen ruis
730 zinnen die representatief zijn voor conversatiespraak
- > geen redundante zinnen, wel betekenisvol
- > elke zin heeft minstens 2 kernwoorden (aan elkaar verwant, bv feest-dansen, brand-gassen)
Göttinger-lijst I en II
-> geen ruis
I: kinderen 3-4j, II: kinderen 5-6j
10 deellijsten van 10 woorden
-> woordscore
-> passende afbeelding kiezen uit 4 opties
MAP - MAF
minimal audible pressure
minimal audible field
-> binaurale luidheidssommatie
SDD
spraakdetectiedrempel
-> gemeten
-> het intensiteitsniveau waarbij 50% van het aangeboden spraakmateriaal gehoord wordt, maar niet verstaan
= Speech Detection Threshold = Speech Reference Level
SVD
spraakverstaanbaarheidsdrempel
-> gemeten
-> het intensitetisniveau waarbij 50% van het aangeboden materiaal correct herhaald kan worden
= Speech Reception Threshold = Spondee Threshold
PBmax
maximale discriminatiescore
-> gemeten
= Maximum Discrimination Score
discriminatieverlies
het verschil tussen de maximale discriminatiescore (PBmax) en 100%
-> afgeleid
gevoeligheidsverlies
toont aan in welke mate de spraakverstaanbaarheidsdrempel naar rechts is opgeschoven op de 50%lijn ten opzichte van de normaalcurve
=> zou ong moeten overeenkomen met PTA van tonaal audiogram!!
helling in het 50% punt
- conductief: hoek is gelijk aan of groter dan normaalcurve (steiler)
- neurosensorieel: hoek is kleiner dan normaalcurve (vlakker)
- > ook afhankelijk van spraakmateriaal, hoe makkelijker hoe steiler de curve
vorm van de curve
- conductief: zelfde vorm of steiler
- neurosens endococh: plateau
- neurosens retrococh: regressie (roll-over)
ICA
= Indice de Capacité Auditive
gemiddelde van de percentages spraakverstaan bij intensiteitsniveaus van
- koptelefoon: 40 dB, 55 dB, 70 dB
- vrije veld: 30 dB, 45 dB, 60 dB
SNR
signaal-ruis verhouding (signal to noise ratio)
-> relatieve intensiteit van het spraaksignaal tov de intensiteit van de aangeboden ruis, uitgedrukt in dB
BLU lijst
-> met ruis
15 deellijsten met 10 spondeeën per lijst
- > elke lettergreep spondee is bestaand woord
- > adaptieve methode in vrij veld
- > SVD wordt berekend met laatste 8 woorden
LIST
-> met ruis
2 kernwoorden moeten worden nagezegd
- > continue ruis op 65 dB SPL, beginniveau spraak op 55 dB SPL
- > SRT (SVD) wordt berekend met laatste 6 zinnen + volgende fictieve zin
LINT
-> met ruis
continue ruis op 65 dB SPL, beginniveau spraak 55 dB
-> SRT met laatste 6 getallen + fictief getal