hoofdstuk 5 Flashcards

(15 cards)

1
Q

Wat is een gilde?

A

Een samenwerking van mensen die besliste hoe dingen gemaakt werden

Gilden waren verantwoordelijk voor de regulering van ambachten en de kwaliteit van producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ambacht?

A

Een vak

Ambachten waren specifieke vaardigheden die binnen een gilde werden beoefend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren de kenmerken van de oude situatie in de productie?

A

Alle spullen moesten met de hand gemaakt worden

Dit zorgde ervoor dat normale mensen deze spullen niet konden kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem het driejarenstelsel dat werd toegepast in de oude situatie.

A

Zomergraan, wintergraan, en braak

Dit systeem hielp bij de gewasrotatie en de bodemvruchtbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de impact van de keerploeg?

A

Maakte het makkelijker om te werken, leidde tot hogere opbrengst en minder mensen nodig in het veld

Dit resulteerde in meer vrije tijd voor de mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was het gevolg van de toegenomen vrije tijd na de landbouwrevolutie?

A

Mensen gingen meer willen kopen en er was meer personeel nodig om spullen te maken

Dit leidde tot een vraag naar meer goederen en de opkomst van nieuwe beroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de Schietspoel en Spinny Jenny?

A

Machines om gemakkelijker stoffen te maken

Deze machines droegen bij aan de productie van kleding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leidde tot de opkomst van huisnijverheid?

A

Combinatie van meer vrije tijd, meer vraag naar spullen en betere machines

Huisnijverheid was de eerste stap richting de Industriële revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke periode wordt gezien als de tijd na de landbouwrevolutie?

A

Na de val van Napoleon (na 1855)

Dit markeert een belangrijke overgang naar industriële veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn enkele nieuwe technieken die na de landbouwrevolutie opkwamen?

A

Stoommachines, betere materialen, nieuwe wetenschappelijke inzichten

Deze technieken zorgden voor een versnelde productie en innovatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was de invloed van de stoommachine op de industrie?

A

Leidde tot steeds grotere fabrieken en schaalvergroting

Dit resulteerde ook in meer investeringen in randzaken rondom de nieuwe techniek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat veroorzaakte de urbanisatie tijdens de industriële revolutie?

A

Machines namen het werk over op het platteland, mensen verhuisden naar de stad voor fabriekswerk

Dit leidde tot een concentratie van arbeiders in stedelijke gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de werkomstandigheden in de stad tijdens de industriële revolutie?

A

10 tot 16 uur werken per dag, gevaarlijk en vies werk

Arbeiders kregen weinig geld en leefden onder slechte omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een belangrijke sociale verandering die tijdens deze periode optrad?

A

De kloof tussen arm en rijk begon echt vorm te krijgen

Fabrieksarbeiders verdienden weinig terwijl fabrieksbazen veel winst maakten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een gevolg van de arbeidsomstandigheden voor kinderen?

A

Kinderarbeid

Kinderen werden vaak ingezet voor gevaarlijk werk in de fabrieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly