Hoofdstuk 5 Flashcards
(6 cards)
Waarom wordt er gesnoeid?
o Uit gewoonte o Om de ontwikkeling van de plant te regelen in verhouding tot zijn omgeving of tot de omringende beplanting o Verjonging van de planten o Bloembeïnvloeding o Het verwijderen van afgestorven delen
Wat is vormsnoei?
Dit is de snoei die op de boomkwekerij is uitgevoerd. Bij het planten van jonge bomen zal een vormsnoei zeker nog enkele jaren dienen. Het is raadzaam bij het planten de lange twijgen tot de helft of zelfs 2/3 à 3/4 weg te snoeien naargelang de soort en de ontwikkeling. Bij spilvormen of bomen met harttak wordt de verlengde tak ingesnoeid op 1/3 à 2/3 van zijn lengte terwijl de zijtakken kort, maar licht piramidaal ingekort worden. concurrenten van de verlenging worden verwijderd.
(spilvorm stam die bezet is met zijtakken van beneden naar boven)
Wat is onderhoudssnoei?
Bij bomen is een onderhoudssnoei raadzaam wanneer de vormsnoei afgelopen is. Laanbomen worden regelmatig gesnoeid, wat kan leiden tot een totale verminking.
Geef uitleg bij de stelregel: “snoei zo weinig als men durft”
Het beter om niet te snoeien dan verkeerd te snoeien.
Geef uitleg en vb betreffende wijkers en blijvers in aanleg en beheer van straatbomen?
Wijkers en blijvers is een term die veel wordt gebruikt in verband met bosplantsoen. Bij de aanleg van bosplantsoen wordt veelal gebruik gemaakt van een mengeling van snelgroeiende bomen en heesters zoals populier, berk, wilg en vlier. Deze dragen ertoe bij dat het bosplantsoen al binnen enkele jaren een redelijke omvang heeft. Tussen de snelgroeiende bomen en heesters worden ook langzaam groeiende soorten aangeplant die meestal duurzamer zijn dan de snelgroeiende bomen en heesters bv eik, beuk en esdoorn. De laatste soort geeft dan het uiteindelijke karakter
Wijkers = traag groeiende bomen en heesters
Blijvers = snelgroeiende
Geef overzicht van kruidachtige beplantingsconcepten in tuin en park en hun relatie tot beheer?
Beplantingsconcepten kunnen worden ingedeeld in 3 grote groepen:
- Dynamische gemengde beplanting (meest natuurlijk): dynamische gemengde beplanting met natuurlijke uitstraling, dynamische gemengde beplanting met cultuurlijke uitstraling. De planten mogen zich hier verplaatsen via uitlopers of zaden. Het uitzicht verandert voortdurend. De veranderingen zijn te koppelen met de veranderingen in de standplaatscondities, de levensgeschiedenis van de plant en interacties tussen de plant. Bloemenakker, bloemenweide, ruigten en zomen, … zijn dynamisch
- Statische gemengde beplanting: mozaïekbeplanting, driftbeplanting, klassieke borderbeplanting, kerngroepenbeplanting.
- Statische niet-gemengde beplanting (minst natuurlijk): monobeplanting, accentbeplanting, grote groepenbeplanting, formele beplanting. Het uitzicht van de beplanting wordt de hele levensduur in stand gehouden door beheer. Door beheer wordt de spontane ontwikkeling tegengegaan. Wisselperken, klassieke borders en andere bloemenmassieven met vaste planten hebben een statisch karakter. Het is belangrijk het uitzicht van de beplanting onveranderd te houden of vermijden dat soorten zich onderling gaan mengen.
Bij sommige beplantingsconcepten kan men een globaal beheer uitvoeren terwijl er bij andere bijna een individuele benadering moet gebeuren. Dynamische beplantingen zijn intensiever. Er kan voor heel wat toepassingen van kruidachtigen in openbaar groen gekozen worden tussen een dynamisch beplantingconcept of een statisch. Een statisch monobeplanting is gemakkelijker in beheer.