Hoofdstuk 6/7 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Globalisering

A

Het steeds meer verbonden raken van de wereld, bijvoorbeeld door handel, internet en reizen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wereldburger

A

Iemand die zich betrokken voelt bij de hele wereld en niet alleen bij zijn eigen land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Migratie

A

Verhuizen van het ene land naar het andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenen voor migratie

A

De redenen waarom mensen verhuizen, bijvoorbeeld oorlog, armoede of op zoek naar werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verblijfsvergunning

A

Officieel papiertje waarmee iemand tijdelijk of voor altijd in een land mag wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezinshereniging

A

Als iemand naar een land is verhuisd en later zijn gezin laat overkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vluchteling

A

Iemand die zijn land ontvlucht vanwege oorlog, geweld of vervolging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Asielzoeker

A

Iemand die in een ander land vraagt om bescherming omdat hij zich onveilig voelt in zijn eigen land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

segregatie

A

Als groepen mensen apart van elkaar leven, bijvoorbeeld in aparte wijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

assimilatie

A

Als iemand zich helemaal aanpast aan de cultuur van het nieuwe land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verblijfsvergunning

A

Officieel papiertje waarmee iemand tijdelijk of voor altijd in een land mag wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Europese Unie

A

Een groep Europese landen die samenwerken op gebieden zoals handel, veiligheid en geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voordelen EU

A

Bijvoorbeeld makkelijker reizen, werken en handelen tussen landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nadelen EU

A

Landen moeten regels delen en verliezen soms een beetje hun eigen zeggenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Soevereiniteit

A

Het recht van een land om zelf beslissingen te nemen, zonder dat anderen zich ermee bemoeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pluriforme samenleving

A

Een samenleving waarin mensen met verschillende culturen, geloven en leefstijlen samenleven.