Hoofdstuk 6/7 Flashcards
(16 cards)
Globalisering
Het steeds meer verbonden raken van de wereld, bijvoorbeeld door handel, internet en reizen.
Wereldburger
Iemand die zich betrokken voelt bij de hele wereld en niet alleen bij zijn eigen land.
Migratie
Verhuizen van het ene land naar het andere.
Redenen voor migratie
De redenen waarom mensen verhuizen, bijvoorbeeld oorlog, armoede of op zoek naar werk.
Verblijfsvergunning
Officieel papiertje waarmee iemand tijdelijk of voor altijd in een land mag wonen.
Gezinshereniging
Als iemand naar een land is verhuisd en later zijn gezin laat overkomen.
Vluchteling
Iemand die zijn land ontvlucht vanwege oorlog, geweld of vervolging.
Asielzoeker
Iemand die in een ander land vraagt om bescherming omdat hij zich onveilig voelt in zijn eigen land.
segregatie
Als groepen mensen apart van elkaar leven, bijvoorbeeld in aparte wijken.
assimilatie
Als iemand zich helemaal aanpast aan de cultuur van het nieuwe land.
verblijfsvergunning
Officieel papiertje waarmee iemand tijdelijk of voor altijd in een land mag wonen.
Europese Unie
Een groep Europese landen die samenwerken op gebieden zoals handel, veiligheid en geld.
Voordelen EU
Bijvoorbeeld makkelijker reizen, werken en handelen tussen landen.
Nadelen EU
Landen moeten regels delen en verliezen soms een beetje hun eigen zeggenschap.
Soevereiniteit
Het recht van een land om zelf beslissingen te nemen, zonder dat anderen zich ermee bemoeien.
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin mensen met verschillende culturen, geloven en leefstijlen samenleven.