hoofdstuk 7 Flashcards

(181 cards)

1
Q

to adorn

A

versieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

versieren

A

to adorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a bunk bed

A

een stapelbed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

burly

A

potig (van een man) met een groot en sterk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

to be more akin to

A

meer verwant zijn aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een stapelbed

A

a bunk bed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

potig

A

burly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meer verwant zijn aan

A

to be more akin to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

the vessel

A

het vaartuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het vaartuig

A

the vessel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

immaculate

A

vlekkeloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vlekkeloos

A

immaculate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

to sneak - sneaked - snuck

A

sluipen - geslopen - sloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

the curtains

A

de gordijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sluipen - geslopen - sloop (regelmatig + onregelmatige vorm)

A

to sneak - sneaked - snuck

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

the cot

A

het kinderbedje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het kinderbedje

A

the cot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

the gentle lap

A

de zachte schoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de zachte schoot

A

the gentle lap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

gordijnen

A

curtains

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

to be attuned to

A

afgestemd zijn op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

afgestemd zijn op

A

to be attuned to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hardly

A

nauwelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

nauwelijks

A

hardly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
faught
beladen
26
beladen
fraught
27
pay their respects
hun respect betuigen
28
hun respect betuigen
pay their respect
29
reconcile
verzoenen
30
verzoenen
reconcile
31
to flutter
fladderen, zenuwachtig maken
32
fladderen, zenuwachtig maken
to flutter
33
inevitable
onvermijdbaar
34
onvermijdbaar
inevitable
35
duly
naar behoren
36
naar behoren
duly
37
skipper the yacht
de jacht besturen
38
de jacht besturen
skipper the yacht
39
full blast
volle kracht
40
volle kracht
full blast
41
stumble upon
tegenkomen
42
tegenkomen
stumble upon
43
narative
verhaal
44
verhaal
narative
45
relay to
doorgeven aan
46
doorgeven aan
relay to
47
to anchor
voor anker gaan
48
voor anker gaan
to anchor
49
to recall
herinneren
50
herinneren
to recall
51
infamous
berucht
52
berucht
infamous
53
business tycoon
zakenmagnaat
54
zakenmagnaat
business tycoon
55
his body has washed ashore in an apparent suicide
zijn lichaam is aangespoeld in een ogenschijnlijke zelfmoord
56
zijn lichaam is aangespoeld in een ogenschijnlijke zelfmoord
his body has washed ashore in an apparent suicide
57
nauseous
misselijk
58
misselijk
nauseous
59
troublingly
verontrustend
60
verontrustend
troublingly
61
what she had dismissed as
wat zij had afgedaan als
62
wat zij had afgedaan als
what she had dismissed as
63
it begins to enter the realm of the mysterious
het begint het rijk van het mysterieuze te betreden
64
het begint het rijk van het mysterieuze te betreden
it begins to enter the realm of the mysterious
65
infatuation
dwaze verliefdheid
66
dwaze verliefdheid
infatuation
67
to lure
lokken
68
lokken
to lure
69
oily
vleiend
70
vleiend
oily
71
caustically
bijtend, sarcastisch
72
bijtend, sarcastisch
caustically
73
inclination
neiging
74
neiging
inclination
75
tendency
neiging
76
neiging (2de woord)
tendency
77
to be conned by
opgelicht worden door
78
opgelicht worden door
to be conned by
79
anxious
gespannen
80
gespannen
anxious
81
soothing
geruststellend
82
geruststellend
soothing
83
denial
ontkenning
84
ontkenning
denial
85
swift
snel
86
snel antwoord
swift response
87
to muse
mijmeren, peinzen
88
mijmeren, peinzen
to muse
89
they emerged onto the deck
zij kwamen tevoorschijn op het dek
90
zij kwamen tevoorschijn op het dek
they emerged onto the deck
91
to tickle
kietelen
92
kietelen
to tickle
93
to enquire
informeren, vragen
94
informeren, vragen
to enquire
95
his voice boomed
zijn stem bulderde,
96
my tummy's been doing sommersaults
Mijn buik maakt salto's
97
mijn buik maakt salto's
my tummy's been doiing sommersaults
98
a heavy slumber
een diepe slaap
99
een diepe slaap
a heavy slumber
100
the only downside
het enige nadeel
101
het enige nadeel
the only downside
102
it only dawned on me
het drong pas tot mij door
103
het drong pas tot mij door
it only dawned on me
104
I unlatched the glass cirklet from the porthole
Ik maakte het glazen rondje uit de patrijspoort los
105
Ik maakte het glazen rondje uit de patrijspoort los
I unlatched the glass cirklet from the porthole
106
invigorate
versterken
107
versterken
invigorate
108
to salvage
redden
109
redden
salvage
110
the charcoal drawing
de houtskooltekening
111
de houtskooltekening
the charcoal drawing
112
to perche
neerstrijken
113
neerstrijken
to perche
114
I held his gaze
ik hield zijn blik vast
115
Ik hield zijn blik vast
I held his gaze
116
to nudge
aanstoten, duw geven
117
aanstoten, duw geven
to nudge
118
trepidation
opwinding
119
opwinding
trepidation
120
dissertation
proefschrift
121
proefschrift
dissertation
122
divulge
onthullen
123
onthullen
to divulge
124
to sooth
verzachten
124
to mutter
mompelen
124
verzachten
to sooth
125
mompelen
to mutter
126
we all asked him about it loads of time
we hebben hem er allemaal vaak naar gevraagd
127
we hebben hem er allemaal vaak naar gevraagd
we all asked him about it loads of time
128
to moan
kreunen
129
kreunen
to moan
130
to berate
uitschelden
131
uitschelden
to berate
132
to amasse
vergaren
133
vergaren
to amasse
134
to be cowed
geïntimideerd zijn
135
geïntimideerd zijn
to be cowed
136
to wager
wedden
137
wedden
to wager
138
jigsaw
puzzel
139
puzzel
jigsaw
140
firmly assembled
stevig, krachtig in elkaar gezet
141
stevig, krachtig in elkaar gezet
firmly assembled
142
he featured in the diary
hij stond in het dagboek
143
hij stond in het dagboek
he featured in the diary
144
unblemished
smetteloos
145
smetteloos
unblemished
146
undeniably
onmiskenbaar
147
onmiskenbaar
undeniably
148
bespoke
op maat gemaakt
149
op maat gemaakt
bespoke
150
the brim
de rand
151
de rand
the brim
152
tomes
boekdelen
153
boekdelen
tomes
154
sumptuous summers
prachtige zomers
155
retreat up
terugtrekken
156
terugtrekken
retreat up
157
to inquire
vragen, onderzoeken, informeren
158
vragen, onderzoeken, informeren
to inquire
159
comtemplation
beschouwing, overpeinzing
160
beschouwing, overpeinzing
comtemplation
161
shelve
plank
162
plank
shelve
163
to ponder the question
over de vraag nadenken
164
fathom
doorgronden
165
doorgronden
fathom
166
kingpin
leider, spil waar alles om draait
167
leider, spil waar alles om draait
kingpin
168
a dull moment
een saai moment
169
een saai moment
a dull moment
170
an ailing grandmother
een zieke grootmoeder
171
een zieke grootmoeder
an ailing grandmother
172
tether
ketting, touw
173
ketting, touw
tether
174
to chuckle
gniffelen
175
gniffelen
to chuckle
176
to shrug
de schouders ophalen
177
de schouders ophalen
to shrug
178
the low hum
de lage brom
179
de lage brom
the low hum