Hoofdstuk 7 Flashcards
(42 cards)
Sensorische receptoren
Gespecialeerde structuren die reageren op stimuli door het produceren van elektrische ladingen die neurale impulsen kunnen initieren in sensorische neuronen.
Geur
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: opgeloste moleculen in vloeistof op mucose membranen in de neus
Receptoren: einde van de olfactory neuronen in het olfactory epitheel in de neus
Hersenen: olfactory zenuw
Smaak
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: moleculen opgelost in vloeistof op de tong
Receptoren: smaakcellen in smaakpappilen op de tong
Weg naar de hersenen: deels faciale, glossooharynge en vagus zenuwen
Aanraking
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: druk op de huid
Receptoren: sensitieve uiteinden van aanrakings neuronen in de huid en andere weefsels
Hersenen: trigeminal zenuw (boven de nek) andere ruggengraat zenuwen
Pijn
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: pijnlijke stimulans
Receptoren: sensitieve uiteinden van pijn neuronen in de huid.
Hersenen: trigeminal zenuw (boven nek), ruggengraat zenuwen.
Horen
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: geluids golven
Receptoren: drukgevoelige haarcellen in de cochlea van het binnenoor.
Hersenen: auditory zenuw
Zien
- stimulans
- receptoren
- weg naar de hersenen
Stimulans: licht golven
Receptoren: licht gevoelige punten in de retina van het oog
Hersenen: optische zenuw
Waar zit het primaire smaak gebied?
De insula, tussen de partiele lobe en de temporale lobe.
Waar zit het primaire olfactory gebied?
Piriform cortex, ligt onder de temporale lobe
Waar bevinden zich de sensorische gebieden voor aanraking, pijn en temperatuur gevoeligheid?
Somatosensorisch gebied, partiele lob
Waar ligt het primaire audiotore gebied?
Temporale lobe
Waar ligt het primaire visuele gebied?
Occipital lobe
Sensorische codering - kwalitatief/kwantitatief
Kwantitatief: hoeveelheid of intensiteit van energie –> grotere hoeveelheid geeft groter receptie potentiaal –> sneller actiepotentiaal –> door hersenen geïnterpreteerd als grotere hoeveelheid
Kwalitatief: het type energie –> andere neuronen geactiveerd. Ene neuron reageert sterker dan ander neuron.
Wanneer vindt sensorische adaptatie plaats?
Verandering van intensiteit als gedurende langere tijd zelfde stimulans krijgen.
Psychophysics
Het bestuderen van de relatie tussen fysieke karakteristieken van stimuli en de sensorische ervaring geproduceerd door deze stimuli
Absolute treshold
De kleinste detecteerbare stimulans voor elk type stimulans
Difference treshold / just-noticeable difference –> jnd
Minimale verschil in magnitude tussen twee stimulansen om ze te onderscheiden.
Weber’s law
Jnd = kM.
M: magnitude
k: proportie constante –> Weber’s fractie
de jnd voor de magnitude van de stimulans is een constante portie van de magnitude van het orgineel 3/10 bijv.
Fechner’s law
S = c log M
S: magnitude van de sensorische ervaring
c: proportionele constante
M: magnitude van de fysieke stimulans
De magnitude van de sensorische ervaring van de stimulans is direct proportioneel aan het logaritme van de fysieke magnitude van de stimulans.
1 licht bol 2.00 licht ervaring, 2e 2.30, 3e 2.48, 4e 2.60
Welke aannames deed Fechner?
- elke jnd in een sensorische ervaring is gelijk aan elke andere jnd die bijdraagt aan de sensorische magnitude
- jnd’s kunnen worden opgeteld.
Welke weg legt geur af?
Moleculen met geur lossen op in de vloeistof op de olfactory epithelium –> binden aan receptoren van de olfactory sensorische neuronen –> actiepotentiaal naar synapsen (door de cribriform plaat) op de secundaire olfactory neuronen in de glomeruli van de olfactory bulb.
Elke glomerulus input uit 1 speciefie olfactory neuron –> bepaald geur.
Ratio bepaald type –> kwaliteit
Sterkte activiteit –> kwantiteit
Waar in de hersenen komt de info van geur terecht?
Primaire olfactory cortex –> onderkant temporale lobe
Secundaire olfactory gebied –> orbitofrontale cortex, onderkant frontale lobe
Hoe is geur betrokken bij smaak?
Een opening aan de achterkant van de mond, bij kauwen en doorslikken opent de nasale pharynx. Door de geur is er onderscheid te maken in smaak –> met neus dicht proef je niets.
Welke verschillen bestaan er tussen mensen met geur?
- vrouwen onderscheiden geuren beter, gevoeliger voor geuren
- oudere mensen verliezen langzaam reuk vermogen
- mensen vinden geur van tegenovergestelde sexe van familie niet lekker –> voorkomen incest
- moeder en kind herkennen elkaars geur snel