hoofdstuk 8 Flashcards

(28 cards)

1
Q

enculturatie

A

socialiseren in je eigen cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

acculturatie

A

socialiseren in een andere cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

levensstijl

A

een geheel van de manier waarop mensen zich in het sociale leven presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

generatie

A

(leef)tijdsgenoten die met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gedeelde levensgeschiedenis

A

zelfde gebeurtenissen meegemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedeelde bestemming

A

zelfde willen uitzien, eigen taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedeelde reactie op tijdsgeest

A

versterken van de samenleving, nieuwe samenleving maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tertiaire socialisatie

A

door de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

web 1

A

WWW: traditionele media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

media

A

alle communicatiemiddelen die het mogelijk maken boodschappen uit te zenden naar een ruim publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociale media

A

horen bij nieuwe media, zijn digitale media waarbij gebruikers info op het medium interactief bepalen, zonder tussenkomst van een redactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

web 2

A

lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

web 3

A

alles linken met elkaar, interpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

traditionele media

A

kranten, tijdschrifeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

landelijke oproep

A

eigen land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

commerciële omroep

15
Q

openbare omroep

16
Q

regionale omroep

17
Q

hype

A

heeft ff heel veel aandacht gekregen, verdwijnt snel, weinigen kunnen eraan weerstaan

17
Q

influencers

A

personen die worden ingezet via sociale media om koopgedrag of meningen, gedrag, levensstijl te beïnvloeden

17
Q

doelgroep

A

een subgroep consumenten binnen een grote groep consumenten

17
Q

trend

A

gaat om een blijvende verandering in de samenleving, bepalen waarden en normen die voor langere tijd meegaan, met blijvende gevolgen

18
Q

conversie

A

de mensen die overgaan van reclame naar kopen

19
Q

rage

A

fenomeen dat tijdelijk populair is

20
mode
mooi nu, door veel gedragen
21
continued influence- effect
als je iets leest sla je dat op, later blijkt het niet waar te zijn, maar blijft plakken in het brein
22
disinformatie
bewust onjuiste informatie geven, nepnieuw
22
misinformatie
onbewust onjuiste informatie geven, onbedoeld, iets klein