Hoofdstuk 8 Het Paard Flashcards

1
Q

Waar is het Friese paard aan te herkennen?

A

Aan zijn gitzwarte kleur. Zijn trotse houding met een fraaie zwanenhals. Ze hebben een klein, fijn hoofd met grote, bruine ogen. Ze zien er sierlijk uit met lange manen en staart. Hun oren zijn spits, kort en beweeglijk. Ze hebben korte, stevige behaarde benen met vetlokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de schofthoogte van het Friese paard?

A

Tussen 1.55 en 1.70 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor karakter heeft het Friese paard?

A

Ze hebben een makkelijk en zacht karakter. Zijn erg vriendelijk en makkelijk in de omgang. Ook lomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de schofthoogte van de Shetlander?

A

Tussen de 75 tot 110 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend aan de Shetlander?

A

Ze zijn sterk, wat deels door hun robuuste houding en kracht komt. Ze zijn sober. Staan dicht bij de natuur en onderscheidt zich door zijn dikke winterbeharing. De oren zijn klein. Hebben een robuust lichaam met een korte, holle rug. Ze hebben dikke lange manen en sterke benen.

Ook hebben ze een korte, brede, zware en sterke hals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor karakter heeft de Shetlander?

A

Heeft zijn eigen wil. Is eigenwijs en soms erg lastig. Nieuwsgierig en loopgraag. Ook slim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly