Hoofdstuk 9 Flashcards
(27 cards)
Groep
Drie of meer mensen die interacteren en wiens doelen en behoeften ervoor zorgen dat ze elkaar beïnvloeden.
Sociale rollen
Gedellde verwachtingen in een groep over hoe bepaalde mensen zich behoren te gedragen
Groep cohesie
Kwaliteiten van een groep die de leden bindt en promoot dat de leden elkaar mogen
Sociale faciliteit
De neiging van mensen om beter te presteren op simpele taken en slechter op moeilijkere taken wanneer ze in de aanwezigheid zijn en hun individuele prestatie geëvalueerd kan worden.
- beter in simpele taken
- slechter in moeilijke taken
Social loafing
De neiging van mensen om te ontspannen wanneer ze in de aanwezigheid van anderen zijn en hun individuele prestatie niet geëvalueerd kan worden, zodat ze slechter presteren op simpele taken, maar beter op moeilijke taken.
- slechter in simpele taken
- beter in moeilijke taken
Deïndividuatie
Wanneer mensen neit geïdentificeerd kunnen worden, zoals in een massa, vertonen ze losser gedrag (minder last van beperkingen)
Process verlies
Elk aspect van groepsactiviteit dat verhindert om tot een goede oplossing te komen
Transactieve geheugen
De gecombineerde herinneringen van twee mensen zijn efficiënter dan de herinnering van één van tweeën
Groepsdenken
Een soort denken waarbij groepscohesie en solidariteit belangrijker is dan het overwegen van de feiten op een realistische manier
Groep polarisatie
De neiging van groepen om beslissingen te maken die extremer zijn dan de aanvankelijke gezindheid van de leden.
Great person theory
Het idee dat bepaalde trekken een persoon een goede leider maken, ongeacht de situatie
Transactionele leiders
Leiders die duidelijke, korte termijndoelen stellen en belonen mensen die deze doelen tegemoetkomen
Transformationele leiders
Leiders die volgers inspireren om zich te focussen op lange termijndoelen
Contingency theory of leadership
Het idee dat effectief leiderschap berust op hoe taak-georiënteerd of relatie-georiënteerd de leider is en op hoeveel controle over en invloed deze op de groep heeft.
Taak georiënteerde leider
Een leider die meer bezig is met de taak gedaan krijgen dan de gevoelens en relaties van de werknemers
Relatie-georiënteerde leider
Een leider die meer bezig is met de gevoelens en relaties van de werknemers
Sociaal dilemma
Een conflict waarbij de meest heilzame actie voor een individu, wanneer gekozen door de meeste mensen, schadelijke gevolgen voor iedereen zal hebben
tit-for-tat-strategy
Een manier om medewerking te bevorderen door eerst mee te werken, maar daana zo te antwoorden zoals je tegenstander bij de vorige trial deed
Public goods dilemma
Een sociaal dilemma waarbij individuen bij moeten dragen aan een gemeenschappelijke pot om publiek goed te handhaven
gemeenschappelijk dilemma
Een sociaal dilemma waabij iedereen neemt uit een gemeenschappelijke pot dat zichzelf zal aanvullen wanneer de pot gematigd gebruikt worden maar zal verdwijnen als de pot te veel gebruikt wordt
Intergratieve oplossing
Een oplossing voor een conclift waarbij de partijen een trade-off maken volgens hun verschillende belangen, elke kant doet concessies op zaken die onbelangrijk zijn voor hun partij maar belangrijk voor de andere partij
Ringelmann effect
Grotere groep is kleinere productiviteit
Pluralistische onwetendheid
Denken dat je de enige bent met een bepaalde mening, terwijl iedereen onwetend van elkaar dezelfe mening heeft
Risky shift
Als er de mening richting de risico kan hangt, wordt die ook gekozen