Hoofstuk 5 Wetboek van strafrecht

Question 1

Waar vindt het Wetboek van Strafrecht zijn oorsprong?

Answer 1

Het W.v.Sr. envenals het W.v.Sv vinden hun oorsprong in de grondwet.
Het W.v Sr is daardoor een organieke wet.

organieke wet.:
staatsrecht: wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en waarvan de basis in de Grondwet is geregeld. …

Question 2

tot welk gedeelte van het recht behoort het wetboek van strafrecht en welk soort recht vindt met daarin?

Answer 2

Het publiekrecht, en men vindt hierin het burgerlijk strafrecht

Question 3

w

Answer 3

over

Question 4

hoe luidt art.1 van het W.v.Sr?

Answer 4

1- Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2- Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit is begaan, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

Question 5

Op wie is de Nederlandse strafwet van toepassing?

Answer 5

op ieder (Nederlanders, vreemdelingen, ingezetenen en niet- ingezetenen) die zicht in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt (art. 2 WvSr).
Dus op iedereen binnen het grondgebied van NL, inclusief de territoriale wateren en het luchtruim hierboven.
Op ieder die zich buiten NL aan boord van een NL vaartuig of luchtvaartuig aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Ook op booreilanden onder verantwoordelijkheid van NL is NL strafwet van toepassing.

Question 6

Wanneer is een bepaalde handeling pas strafbaar?
Overigens kan een strafbaar feit ook een niet actieve handeling zijn: bv het nalaten van hulp aan iemand die in levensgevaar verkeert.

Answer 6

Een strafbaar feit is elke menselijke gedraging die gedekt wordt door een delictsomschrijving, terwijl die gedraging bovendien wederrechtelijk moet zijn en aan schuld te wijten.

Question 7

Wat verstaan we onder opzet.

Answer 7

Opzet is willens en wetens iets doen wat verboden is of iets nalaten wat geboden is.

Question 8

Welke andere woorden of uitdrukkingen kent u die eveneens opzet aangeven?

Answer 8

Willens en wetens iets doen.
met voorbedachten rade
wetende dat
met het oogmerk (bedoeling)
met het voornemen.

Met opzet dus! Dit soort misdrijven waarin het begrip ‘opzet’ voorkomt, noemt men opzetmisdrijven.

Question 9

Wanneer is er sprake van schuld in ruime zin?

Answer 9

q

Question 10

Wanneer is schuld niet strafbaar?

Answer 10

Wanneer een strafbaar feit bewijsbaar per ongeluk gepleegd wordt, dan valt men als verdachte onder de lichtste vorm van schuld, die niet gestraft wordt.

Een mens in engere zin is een exemplaar van Homo sapiens, in ruimere zin kun je ook een Neanderthaler een mens noemen. Dus in Enge zin kan een verdachte wel strafbaar zijn! toch?

Question 11

Waarom spreken we van rechtsdelicten en wetsdelicten?

Answer 11

rechtsdelichten worden door het volk als misdrijven gezien en ervaren. bv moord in koelen bloede.
wetsdelicten worden door het volk gezien als overtredingen. bv iets wat nog niet zo lang geleden wel mocht en nu strafbaar is gesteld zoals telefoneren in de auto.

Question 12

Kent u enkele verschillen tussen misdrijven en overtredingen?

Answer 12

• Bij een misdrijf is meestal opzet aanwezig. Bij een overtreding speelt de schudvraag opzet of schuld geen rol.
• Poging tot misdrijf kan strafbaar zijn, poging tot overtreding niet.
• Medeplichtigheid aan misdrijf is strafbaar, aan overtreding niet.
• Misdrijven worden in het algemeen behandeld door de rechtbank, overtredingen iha door de kantonrechter.
• Misdrijven zijn rechtsdelicten, overtredingen zijn wetsdelicten.