Hoorcollege Flashcards

1
Q

Identificatie

A

mate van identificatie met onderscheiden groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

differentiatie

A

objectieve verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

representatie

A

onderscheid tussen groepen in de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschillende soorten representatie in de media

A
  • verhulling
  • correspondentie
  • overdetiminering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

deontologisch bezwaar

A

principieel bezwaar

BIJV: het bestaan van maatschappelijke scheidslijnen is ins tijd met de ultieme waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

utilitaristisch bezwaar

A

heeft negatieve consequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociaal psychologische experiment Elliot

A

Discrimineren kan je leren: Blauwe ogen experiment

De gediscrimineerde kinderen scoorden slechter en waren een stuk ongelukkiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sociaal psychologische experiment Asch

A

Groepsdruk en conformiteit
Under pressure: mensen willen aardig gevonden worden en sluiten zich daarom bij de groep aan. Ook al lijkt de waarheid van de groep af te wijken van je eigen waarheid, kiezen mensen voor de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociaal psychologische experiment Sherif

A

Realistische conflicttheorie
Groepen kunnen ontstaan zonder enige groter verschillen. Conflicten ontstaan in het wij zij denken, ongeacht van persoonlijke kenmerken. Het kan opgelost worden als er een probleem ontstaat wat je alleen samen kunt oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly