Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

Omgevingsperspectief

A

Wat zijn ervaringen die mensen hebben meegemaakt in hun leven die invloed kunnen hebben op hoe ze reageren op stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychologisch perspectief

A

Hoe interpreteert deze persoons situaties die hem/haar overkomt. Voor de ene persoon kan een situatie heel stressvol zijn terwijl dit voor een andere persoon helemaal niet het geval is. Hier vallen ook stress gerelateerde stoornissen (PTSS) onder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biologisch perspectief

A

Activatie lichamelijke systemen die geactiveerd worden op het moment dat we een stressvolle gebeurtenis meemaken, hartslag omhoog, zweten, bloeddruk omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Meyer’s Life Chart

A

Life chart om de belangrijkste levensgebeurtenissen en belangrijke ervaringen van een persoon gedurende het leven op een chronologische manier te documenteren. (Omgevingsperspectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Holmes & Rahe’s SRRS

A

Social Readjustment Rating Scale. Een schaal om omgevingsstressoren samen te vatten en punten te geven. Zowel negatieve als positieve factoren. (Omgevingsperspectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale heraanpassing

A

De intensiteit en tijdsduur die nodig is om zich aan te passen aan een levensgebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lazarus Appraisal Model

A

Of een situatie stressvol is voor jou, hangt af of je deze ziet als bedreigend of niet. (Psychologisch perspectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Selye’s mening

A

Stress is stress. Het maakt niet uit wat je meemaakt maar de reactie van je lichaam op stress is voor iedere stressor hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lazarus mening

A

Het gaat er ook om hoe iemand omgaat met de stressor. Ene persoon kan beter om gaan met stress dan iemand anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Walter Cannon

A

Eerste die stress in biologische zin gebruikte. Bedacht Fight or Flight respons. Richtte zich vooral op SAM systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hanse Selye

A

Hij kwam met het general adaptief syndrome (GAS).
- Alarm
- Weerstand
- Uitputting
Focus op HPA as. Volgens hem twee soorten stress: eustress en distress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

McEwen

A

Focuste zich op allostatische belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Homeostase

A

Het handhaven van stabiele, constante lichamelijke condities door wisselende externe invloeden (altijd aanwezig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Allostase

A

Reactie op het herstel van homeostase. Het proces van het bereiken van homeostase door gedragsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Allostatische belasting

A

De moeite die het lichaam moet doen om tijdens stress weer in evenwicht terug te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Omgevingsperspectief meten

A

Interviews en zelfrapportage

17
Q

Voordelen/nadelen omgevingsfactoren meenemen

A

+ meer info over het leven
- geen info over coping
- geen info over fysieke reactie

18
Q

Psychologische perspectief meten

A

Interviews en zelfrapportage (DSM)

19
Q

Voorbeeld van positieve constructen die dienen als een buffer tegen chronische stress

A

Veerkracht + optimisme

20
Q

Voordelen/ nadelen interview

A

+ meer details
+ onderscheid acute en chronische stressoren
- interview kost veel tijd

21
Q

Voordelen/nadelen zelfrapportage

A

+ praktischer
+ kost minder tijd
- geen details

22
Q

Biologische metingen (emoties)

A

Zelfrapportage, gezichtsexpressies

23
Q

Cold pressor Test

A

Proefpersoon moet hand in bak met koud water stoppen

24
Q

Stroop Task

A

Proefpersoon moet kleuren benomen waarin het woord geschreven staat, maar het woord heeft een andere kleur dan de betekenis ervan

25
Q

Trier Social Stress Test (TSST)

A

Proefpersoon moet voor jury een presentatie geven

26
Q

Emotie inductie

A

Scene laten zien en dan vragen hoe de patiënt zich voelt.

27
Q

Anger recall

A

Terug denken aan een situatie waarin ze heel boos waren en patiënt hier over laten vertellen.

28
Q

James Lange en stress

A

Stessor –> Fysieke reactie –> Emotie

29
Q

Cannon Bard en stress

A

Stressor –> fysiek en emotie tegelijk