hoorcollege 3 Flashcards

(30 cards)

1
Q

Kahneman

A

mensen zijn niet zo rationeel als economen en zijzelf denken dat ze zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Econs

A

homo economicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

systeem 1

A

intuïtief en automatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

systeem 2

A

reflexief en redenerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

positieve framing

A

zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

negatieve framing

A

risicovolle keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

heuristieken

A

simpele mentale (vuist)regels en processen die je in staat stellen snel een oordeel te vormen, beslissing te maken (systeem 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

biases

A

ook al werken deze heuristieken vaak goed, toch leiden ze soms ook tot voorspelbare fouten of ‘biases’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beschikbaarheidsheuristiek

A

tendens om informatie die onmiddelijk beschikbaar, concreet, recent en opvallend is (‘salient’), zwaarder te laten doorwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

confirmation bias

A

de tendens om informatie te verkiezen die de eigen overtuigingen bevestigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wishful thinking

A

de tendens om overtuigingen aan te passen op basis van wat jij wilt dat waar is (in plaats van op basis van betrouwbare informatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

loss aversion

A

de tendens om verliezen zwaarder te laten doorwegen dan gelijkaardige winsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

framing

A

een negatief frame is sterker dan een positief frame

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

status quo bias

A

preferentie voor de huidige situatie en aversie voor mogelijk verlies. dit hangt samen met luiheid en procrastinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

‘default’ opties

A

opt-in, opt-out

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

anchoring

A

neiging om eerst aangeboden informatie zwaarder te laten doorwegen

17
Q

implicaties voor (ir)rationaliteit

A

1) minimale rationaliteit 2) alledaagse rationaliteit 3) rationaliteit als reflexiviteit 4) economische rationaliteit

18
Q

minimale rationaliteit

A

consistentie tussen overtuigingen, verlangens en handelingen

19
Q

alledaagse rationaliteit

A

overtuigingen, verlangens en handelingen moeten op goede redenen gebaseerd zijn

20
Q

rationaliteit als reflexiviteit

A

overtuigingen, verlangens en handelingen moeten intentioneel, bewust en doordacht zijn

21
Q

economische rationaliteit

A

overtuigingen moeten perfect rationeel zijn en preferentie-ordening moet volledig, continu, transitief en exogeen gegeven zijn

22
Q

homo homine lupus

A

de mens geeft enkel om zijn eigen overleven

23
Q

amour de soi-même

A

natuurlijke reflex om te geven om eigen welzijn

24
Q

pitié

A

natuurlijke reflex om te geven om andermans welzijn

25
empathie
zich kunnen verplaatsen in de ander en diens (vreugde en) lijden zelf kunnen ervaren
26
etymologie
mee-voelen, mee-lijden, com-passie
27
affectieve empathie
emotionele besmetting
28
cognitieve empathie
innemen van andermans perspectief
29
altruïstischer
voortdurende gerichtheid op het welzijn van anderen
30
amour propre
neiging om elkaar onderling te vergelijken en verlangen om erkenning en status te verwerken in de ogen van de anderen --> statuscompetitie