Hoorcollege 9 Flashcards

(18 cards)

1
Q

parasociale relatie

A

Een parasociale relatie is een eenzijdige band die je voelt met iemand, zoals een beroemdheid, influencer of een fictief personage. Jij hebt het gevoel dat je ze goed kent of een vriendschap met ze hebt, maar zij kennen jou niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Affordance-based gratifications

A

Het plezier of voordeel dat je haalt uit wat een technologie of app mogelijk maakt. Het gaat om wat je ermee kunt doen en waarom dat fijn is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

User & gratification theory

A

De Uses and Gratifications (U&G) theory legt uit waarom mensen bepaalde media gebruiken en wat ze daaruit halen. Het gaat erom dat mensen actief kiezen welk medium ze gebruiken, gebaseerd op hun eigen behoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MAIN-model

A

Het MAIN-model laat zien hoe de functies van een platform (zoals een app of website) verschillende behoeften van mensen vervullen. Het kijkt naar vier belangrijke onderdelen:
- modality
- agency
- interactivity
- navigability

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

modality

A

hoe media gepresenteerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

agency

A

hoe veel autonomie de gebruiker heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interactivity

A

aanmaken en ontvangen van content in real time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

navigability

A

hoe gebruikers bewegen doorheen het medium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Agency enhancement

A

autonomie in het uiten, vrijheid in identiteit en opinie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

brandwagon

A

Andere mensen hun mening; je wil populaire mening weten en vergelijkingen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ontvankelijkheid

A

Het hebben van iemand (of een systeem) dat snel en adequaat reageert op de eigen behoeften en verzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dynamische controle

A

Controle over de interactie-inhoud en het interactieproces. Zijn er veel manieren waar je op kunt interacteren? Kun je makkelijk inhoud kiezen/aanpassen, instellingen veranderen, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

scaffolding

A

De behoefte gemakkelijk kunnen verkennen van informatie met behulp van navigatiehulpmiddelen, waardoor gebruikers minder moeite hoeven te doen om informatie te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Personalized profiling

A

ter voorspelling van gedrag van 1 consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

personalized navigation

A
  • Consument naar een voorbereide online site sturen voor opzoeken van informatie
  • Gebruik van gepersonaliseerde functies om consument te begeleiden voordat ze een aankoopbeslissing nemen.
    identificeren noden een aanbeveling (navigatie)
17
Q

personalized nudging

A

mensen een extra duwtje in de rug geven, zoals de prijs aanpassen per peroon (prijszetting)

18
Q

personalized retention

A

strategieen om consumenten betrokken te houden en te behouden als klant (bijv. aankoopservice)