Hoorcolleges Flashcards
(110 cards)
Wat betekend hemostase?
Hemostase = proces dat zorgt dat bloed stolt na schade aan het bloedvat
Wat zijn de vereiste voor de hemostase?
- Snelheid: bloedverlies tegen gaan
- lokaal: alleen op plek van schade
- balance: niet te veel maar ook niet te weinig
Welke factoren heb je nodig voor hemostase?
- endotheel (bloedvat)
- bloedcomponenten: bloedplaatjes + stollingsfactoren
- bloedflow: verhoogd na vasoconstrictie
Wat zijn de stappen van hemostase?
- primaire hemostase = bloedpropje vormen
- secundaire hemostase = stollingscascade
- fibrolyse
Welke factoren zijn betrokken bij de primaire hemostase en wat is hun functie?
- Von Willebrand factor (VWF) –> plakken aan wondrand om plakkerig oppervlak te maken voor bloedplaatjes
- bloedplaatjes (trombocyten) –>
* adhesie: binden aan VWF
* activatie
* aggregatie: bloedprop vormen
Wat is de functie van vasoconstrictie bij hemostase?
- hoeveelheid bloed dat eruit kan stromen verminderen
- stroomsnelheid verhogen
Waarvoor heeft Von Willebrand factor een bindingsplek + wat is de functie hiervan?
- Collageen: binden aan extracellulaire matrix –> primaire hemostase
- bloedplaatjes: –> primaire hemostase
- Factor VIII: halfwaardetijd verlengen –> secundaire hemostase
Door welke stoffen wordt afgifte van Von Willebrand factor verhoogd?
- trombine
- Histamine
- epinefrine
- VEGF
- DDAVP (desmopressine)
Wanneer kunnen bloedplaatjes binden aan Von Willebrand factor?
Wanneer het is uitgerekt komt de bindingsplaats pas vrij (harmonica effect)
Welke twee granules bevatten bloedplaatjes en waarbij zijn ze betrokken?
Alfa granules: betrokken primaire hemostase
Dense granules: betrokken activatie bloedplaatjes
Hoe wordt de primaire hemostase gecontroleerd?
controle door protease eiwit: ADAMTS13 –> knipt VWF als het uitgestrekt is –> niet meer werkzaam
Welke 4 componenten heb je nodig om het concept van de secundaire hemostase te begrijpen?
- zymogeen: inactief eiwit
- eiwit 1: knipt het zymogeen eiwit
- co-factor: katalyseert eiwit 1
- eiwit 2: actief zymogeen eiwit
Welke fases bevat de secundaire hemostase?
- initiatie fase: tissue factor + factor VII leiden tot activatie van de cascade
- amplificatie fase: heel veel trombine gevormd door activatie van factor XI, VIII, IX
- propagatie fase: heel veel fibrine gevormd door fibrinogeen wordt geknipt door trombine
Door welk eiwit wordt fibrine afgebroken?
plasmine
Wat is het werkingsmechanisme van transexamine zuur (TXA)?
TXA remt omzetting plasminogeen tot plasmine –> hierdoor wordt stolsel minder snel afgebroken
Welke factoren zijn betrokken bij de controle van de hemostase
- TFPI: tissue factor pathway inhibitor –> bindt aan TF + FVII complex of FXA –> FXA niet meer los –> hemostase geremd
- APC: activated protein C –> inactiveren van factor V + factor VIII
- Anti-trombine
hoeveel procent van de DVT heeft een asymptomatische longembolie?
> 50%
Vanaf welk punt noemen we het een Diep veneuze trombose (DVT)?
proximaal: v. poplitae omhoog
Welke klachten passen bij Diep veneuze trombose?
- dik
- warm
- rood
- pijnlijk
- glanzend
- enkeloedeem (pitting)
- subfebriele temperatuur (lichte verhoging)
Risicofactoren voor DVT
Trias van Virchow:
- endotheel schade
- stase
- hypercoagulabiliteit
denken aan:
- leeftijd
- OAC
- zwangerschap
- maligniteit
- immobilisatie (> 3dg in bed)
- post-operatief
- trauma
Welke erfelijke trombofiele factoren zijn er?
- Factor V leiden
- protein C deficientie
- Protein S deficientie
- anti-trombine deficientie
- prothrombinogeen (factor II) variant
Hoe gaat de diagnose proces van DVT?
klinische kansschatting (WELLS-score)
> 2 –> Echo maken
< 2 —> D-dimeer prikken –>
> 0,5 –> echo maken
< 0,5 –> DVT uitgesloten
Van wat is D-dimeer een afbraakproduct?
Fibrine
hoe gaat de diagnose proces van longembolie?
klinische beslisregel: YEARS-score
geen YEARS punt –> D-dimeer prikken
> 1000 (1.0) –> CT
< 1000 (1.0) –> LE uitgesloten
wel YEARs punt –> D-dimeer prikken
> 500 (0,5) –> CT
< 500 (0,5) –> LE uitgesloten