Hoorcolleges Flashcards
(31 cards)
Vierdeling DSM5
- Cognitieve en anderstoornissen met lichamelijke oorzaak
- Psychotische stoornissen
- Stemmingsstoornissen
- Persoonlijkheidsstoornissen
Wanneer ontstaan meeste psychiatrische ziekte + percentage?
Meeste ziektebeelden voor 25e levensjaar (75%)
Geslachtsverschillen in ontwikkeling psychopathologie
- Ontwikkelingsstoornissen: jongens > meisjes (3:1)
- Stoornissen in adolescentie: meisjes > jongens
Driehoek van diagnostiek KJPP
psychopathologie - ontwikkeling - omgeving
Determinanten ontstaan psychiatrische ziekte
kwetsbaarheid + omgeving
ACE model
- Fenotype = A + C + E
- additieve genetische effecten
- gedeelde omeving
- unieke omgeving
Neurobiologische mechanismen ADHD?
Dorsolateraal prefronterale cortex (-) => verminderde concentratie
Orbitofrontale cortex (+) => impulsiviteit
Premotor cortex (+) => hyperactiviteit
Anterior cingulate cortex (-) => selectie aandacht
Antipsychotica DOEL
behandelen overprikkelbaarheid en aggressie
Typen antipyschotica (3)
Atypische AP: Risperidone, Olanzapine, Quetiapine, Clozapine
Conventionele AP: Haloperidol
Partiele agonist: Ariprazole
Bijwerkingen conventionele AP?
Groter risico op extrapyridimale symptomen (EPS) bij conventionele AP
FXS co-morbiditeit?
- zowel in pre- als volledige mutatie?
Premutatie => Fragiele X-associated tremor ataxia syndroom (FXTAS)
* klinische ataxia symptomen + neurodegeneratie
Frafile X associated primary ovarian insufficiency (FXPOI)
* irregulaire of absente menstruatie voor 40-jarige leeftijd; vaak infertiliteit
- Occulte POI: normale menstruatie, vermindere fertiliteit
Heritabiliteit ASS?
56-95%
Samenhangende syndromen ASS?
Tubereuze sclerose complex (TSC)
Fragiele X syndroom (FXS)
Neurologische mechanismen ASS?
- FFA = fusiform face arae (in hersenen, temporaal) wordt NIET gebruikt
- hersenvolume gemiddeld 5-10% groter
- Korte subcorticale banen goed ontwikkeld; langeafstandsbanen verminderd
Neuropathologie ASS?
problemen in synapsvorming, synapsplasticiteit en connectiviteit in hersenen
Welke drie theorie over ASS?
Mindblindness: niet goed in staat zich te verplaatsen in de denkwereld van anderen; alleen vanuit eigen perspectief de wereld bekijken => verminderde flexibiliteit
Theory of Mind: minder goed in aanleren/imiteren van gedrag anderen. moeite met interpreteren anderen
Zwakke centrale coherentie: verminderde samenhang, erg op detail gericht
Executieve disfunctie
Actieve doodswens
concrete stappen gezet of concrete plannen hebben en/of in de afgelopen 12 maanden serieus overwogen om uit leven te beeindigen
Passieve doodswens
verlangen naar de dood zonder zelf plannen te hebben
Grootste risicogroepen suicide
- Mannen 40-70 jaar
- Mensen die een eerdere poging hebben gedaan
Risicogroepen (3) suicide
(1) Risicogroep: mannen 40-70 jaar oud
* Zonder partner (3x), weduwnaren (4x)
* Arbeidsongeschikt (1 op 4) of ontvingen uitkering (2 op 5)
(2) Risicogroep: LHBTIQ+ personen
* Suicidale gedachten (5x), pogingen (4x), LHBTIQ+ meisjes > jongens (1 : 1.5)
* Religieuze achtergrond
* negatieve reacties, geweld, pesten, kwetsbaarder psychische problemen
(3) Risicogroep: agrariers
* Hoge werkdruk, geldzorgen, negatief imago, sociale isolatie
* Vaker depressieve symptomen en PTSS
DE ZES ESSENTIËLE ELEMENTEN VAN GOEDE HULPVERLENING
- Maak en onderhoud contact
- Betrek naasten bij de diagnostiek én behandeling; bij jongeren ouders/gezin
- Onderzoek de suicidaliteit systematisch
- Hanteer de suicidaliteit als behandelfocus
- Beschrijving suïcidale proces, bijdragende factoren, concrete aanknopingspunten
- Focus op piekmoment
- Creëer veiligheid en bied continuïteit
- opstellen veiligheidsplan
- Behandel de depressie en hopeloosheid (onderliggende problematiek)
Stress- en kwetsbaarheidsfactoren suicide
Persoon: oudere leeftijd, mannelijk geslacht, seksuele orientatie (LHBTIQ+)
Psychiatrisch: sprake van een stoornis of in omgeving
Psychologisch: angst, impulsiviteit, wanhoop. dwang, gebrekkige coping
Gebeurtenissen: verlies personen, geweld, pesten, echtscheiding, lichamelijke pijn…
Sociaal: geldzorgen, arbeidsongeschikt, lage opleiding, lage SES…
Doelgroep sociale psychiatrie
- Chronisch psychiatrische patienten
- Acute ernstige psychopathologie
- Multiple criple: psychiatrie, verslaving, persoonlijkheidsstoornis, verstandelijke handicap, somatische problemen
Welke thema’s spelen in sociale psychiatrie?
Empowerment, patientenrechten, discriminatie en stigmatisatie