hoorcolleges week 7 Flashcards
(151 cards)
functies van bloed:
- transportfunctie: transporteren van voedingsstoffen, gassen, afvalstoffen, signaalstoffen en warmte (thermoregulatie)
- rol in het afweersysteem: bloedstolling en immuniteit.
wat is extracellulaire vloeistof?
wordt ook wel weefselvloeistof of interstitele vloeistof genoemd. dit is de stof die cellen en organen omgeeft. 10-15 liter. behoort tot het milieu interieur
waaruit bestaat het milieu exterieur?
de vloeistoffen in de zweetklieren, het darmstelsel en de urine.
wat is homeostase?
het constant en optimaal houden van de samenstelling van ons milieu interieur.
wordt mogelijk gemaakt door regelkringen.
wat is positieve feedback?
treedt op wanneer het product een stimulerende werking heeft op zijn eigen regelkring.
wat is negatieve feedback?
komt vaak voor als de waarden constant moeten blijven zoals in het milieu interieur.
wat is de setpoint?
de standaard temperatuur
verstoring van de temperatuur wordt waargenomen door…
de sensoren in de hypothalamus (=de centrale thermosensoren)
wanneer er verschil is tussen de setpoint en de gemeten temperatuur door de sensoren wordt er een signaal doorgegeven aan…
de effectoren–> de effectoren kunnen vervolgens de warmte productie en de warmteafgifte bijstellen.
constante temperatuur
warmteafgifte=warmteproductie
wat is hypothermie
de warmteafgifte is groter dan de warmteproductie
wat is hyperthermie?
de warmteproductie is groter dan de warmteafgifte
mechanismen van warmteafgifte
-straling (radiatie): met voorwerpen op afstand
-geleiding (conductie): door contact met een stilstaand medium
-stroming (convectie) door contact met een bewegend medium (bv. lucht)
- verdamping (evaporatie): door onttrekking van warmte via vocht (zweten)
de regulatie van warmte afgifte wordt geregeld door. ..
het autonoom zenuwstelsel.
het regelen van een verhoogde of een verlaagde huiddoorbloeding en zweetproductie
orthosympatische activatie van zweetklieren is door
acetylcholine (uitzondering, want de neurotransmitter van de sympaticus is normaal noradrenaline)
activatie van adrenerge sympathische vezels is door
noradrenaline en leidt tot vasoconstrictie
wat zitten er in de area ereoptica in de hypothalamus?
temperatuurgevoelige neuronen. ze meten of het warmer of kouder is dan de standaard temperatuur.
de area preoptica gaat harden vuren als het warmer wordt en minder hard als het kouder wordt
in het perifere zenuwstelsel heb je:
koudereceptoren en warmtereceptoren
wat zijn warmtereceptoren?
ze hebben een fasisch (vuren als de temperatuur plots verandert) en een tonisch (vuren bij constante temperatuur) component.
–> als het kouder wordt zullen de tonische componenten minder vuren en de fysische componenten juist veel meer vuren.
perifere sensoren maken gebruik van:
koude en warmtegevoelige ionkanalen. de koudegevoelige ionkanalen (TRPM8-kanalen) zijn gevoelig voor kou en methanol, maar niet voor warmte en voor capsaïcine (pepers).
de warmtegevoelige sensoren hebben ionkanalen (TRPM2-ionkanalen) die daar wel gevoelig voor zijn.
mechanismen ten behoeve van de warmteproductie:
- verhoogde spiertonus (y-lus, via formatie reticulaire in de hersenstam)
- klappertanden, rillen (om eigen spieren tot verbranding aan te zetten)
- onnodige of willekeurige bewegingen (om spieren tot verbranding aan te zetten)
- verbranding van bruin vetweefsel (via sympathisch activatie)
kenmerken van bruinvetweefsel:
- de verbranding van bruinvetweefsel staat onder invloed van het sympathische zenuwstelsel.
- bruin vetweefsel bevind zich in de nek, supraclaviculair, bij het mediastinum, paravertebraat en suprarenaal (boven de nieren).
- wanneer noradrenaline wordt vrijgemaakt bindt dit op B-adrenerge receptoren van buien vetcellen –> verbranding
hoe gaat vasoconstrictie in zijn werk?
vasoconstrictie valt ook onder het sympathische zenuwstelsel.
noradrenaline bind aan a1-receptoren in het gladde spierweefsel van de vaten. hierdoor zullen de vaten versmallen.
tegen gaan van warmte verlies.
regeling van vasoconstrictie en vasodilatatie:
in de apicale huid zitten glomus lichaampjes. hierin bevinden zich directe verbindingen tussen arteriën en veulen in de apicale huid–> arterioveneuze anastomose.
bij kou zal deze anastomose minder bloed doorlaten, zodat er minder warmte verloren gaat.