Hst. 5 Geletterdheid: lezen Flashcards

(20 cards)

1
Q

Lezen en luisteren zijn ….. vaardigheden

A

Receptieve vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spreken en schrijven zijn … vaardigheden

A

Productieve vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bottom-up model

A

Lezen verloopt van lagere ordeprocessen (letter en woord herkenning) naar hogere ordeprocessen (begrip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Top-down model

A

Lezen verloop van hogere ordeprocessen naar lagere ordeprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interactieve model

A

Gaat ervan uit dat lagere ordeprocessen en hogere ordeprocessen elkaar beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Orthografische & fonologische kennis

A

hoe je letter verklankt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Morfologische kennis

A

kennis over opbouw woorden: samenstellingen, vervoegingen, afleidingen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Semantische kennis

A

in juiste context plaatsen, bv fluitconcert bij voetbal of in Concertgebouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Syntactische kennis

A

‘omdat’ geeft reden aan, ‘zodat’ geeft gevolg aan, ‘als’ geeft een voorwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tekstuele en pragmatische kennis

A

weten welke tekstsoorten er zijn, welke functies ze hebben en deze herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Technisch lezen

A

letter-klank koppeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Begrijpend lezen

A

begrip van de gelezen tekst staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fasen geletterdheidsontwikkeling

A
  1. Ontluikende geletterdheid
  2. Beginnende geletterdheid
  3. Gevorderde geletterdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Ontluikende geletterdheid
A

kinderen die naar school komen, hebben notie van geschreven taal, maar niet allemaal in dezelfde mate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Beginnende geletterdheid
A

groep 1 t/m 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Gevorderde geletterdheid
A

vanaf groep 4

17
Q

Foneem is een

18
Q

Grafeem is de

A

schriftelijke weergave van een foneem ‘oe’

19
Q

Klankzuivere woorden

A

Woord waarin de klanken afzonderlijk van elkaar uitgesproken hetzelfde klinken als wanneer ze deel uitmaken van het woord: kat, ook, zee, bloem, rups

20
Q

Elementaire spelhandeling

A
denken
verklanken
onderscheiden
koppelen
opschrijven
evt. controleren